The Aborigines Flashcards
0
Q
Essentie
A
Essence
1
Q
Waarmerk, kenmerk
A
Hallmark
2
Q
Verering
A
Reverence
3
Q
Nomadisch, rondzwervend
A
Nomadic
4
Q
Uitputten
A
Deplete
5
Q
Schors
A
Bark
6
Q
Ontelbaar, onmetelijk
A
Incalculable
7
Q
Erfenis
A
Legacy
8
Q
Erop Volgend, later
A
Subsequent
9
Q
Onteigening
A
Dispossession
10
Q
Bijgevolg
A
As a consequence
11
Q
Marginaal, onbeduidend, ondergeschikt
A
Marginal
12
Q
Uitsluiten
A
To debar
13
Q
Volkerenmoord, rassenmoord
A
Genocide
14
Q
Assimileren, gelijkmaken
A
Assimilate
15
Q
Patroniseren, beschermen, begunstigen
A
Patronise
16
Q
Inheems, autochtoon
A
Indigenous
17
Q
Wezenzorg, welzijnszorg
A
Foster-care
18
Q
Verwijdering, wegruiming
A
Removal
19
Q
Mishandeling
A
Maltreatement