Tentamen juli 2015 Flashcards
Richting van welk onderzoeksdesign is van uitkomst naar determinant?
case control
In een cohort studie is het mogelijk om meerdere uitkomsten in relatie tot de blootstelling te bestuderen
waar
In een case control studie is het mogelijk om meerdere uitkomsten in relatie tot de blootstelling te bestuderen
waar
Vrijwel overal zijn mensen blootgesteld aan luchtvervuiling. In een artikel over de bijdrage van luchtvervuiling (“particulate matter air pollution”) aan een myocardinfarct staat de volgende zin: “The risk estimate included 593 480 individuals and the odds ratio for myocardial infarction for an increase of 30 μg/m3 particulate matter was 1·05 (1·03–1·07).” [Bron: Nawrot, Lancet, 2011]
Op welke onderstaande maat van myocardinfarct heeft deze risicostijging de meeste invloed?
A. Incidentiecijfer
B. Cumulatieve incidentie
C. Attributief risico
D. Populatie attributief risico
D. Populatie attributief risico
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) rapporteerde op 31 mei 2015: “In de week van 25 tot en met 31 mei (week 22) werden 12 mensen op de 100.000 inwoners met influenza-achtig ziektebeeld (IAZ) gerapporteerd door de Huisarts Peilstations participerend in NIVEL Zorgregistraties eerste lijn.”
Welke maat wordt hier gebruikt? A. Incidentiecijfer B. Cumulatieve incidentie C. Prevalentie D. Attributief risico
Incidentiecijfer
Waarom?
toenamen binnen een jaar in een tijdsbestek
Welke vergelijkingsmaat is het meest relevant om het nut van een behandeling voor een bepaalde patiënt te bepalen ? A. Relatief risico B. Risicoverschil C. Attributief risico D. Populatie attributief risico
B risicoverschil
Men wil nagaan of het gebruik van vitamine K antagonisten (coumarines) door zwangere vrouwen leidt tot nadelige effecten op de ontwikkeling van hun kinderen. De onderzoekers besluiten bij 10-jarige kinderen met ontwikkelingsstoornissen vast te stellen of hun moeder tijdens de zwangerschap vitamine K antagonisten heeft gebruikt. Zij vergelijken dit met de cijfers van de trombosediensten waaruit bekend is wat het gebruik van vitamine K antagonisten in de vrouwelijke bevolking in de vruchtbare leeftijd is. Van welke onderzoeksopzet maken de onderzoekers hier gebruik?
A. Gerandomiseerde gecontroleerde trial (RCT)
B. Cohort onderzoek
C. Case-control onderzoek
D. Transversaal onderzoek
case control
Een onderzoeker wil het effect van obesitas op het optreden van hart- en vaatziekten, diabetes mellitus, reuma, en kanker bestuderen. Welke onderzoeksopzet is hiervoor NIET geschikt? A. Cross-sectioneel onderzoek B. Case-control onderzoek C. Prospectief cohortonderzoek D. Retrospectief cohortonderzoek
B
Welke van de volgende stellingen betreffende interventie onderzoek is waar?
A. Bij een intention-to-treat analyse worden alleen ingesloten patiënten die begonnen zijn met de behandeling geanalyseerd in de behandelgroep waaraan zij op het moment van randomisatie zijn toegewezen
B. Bij een per-protocol analyse worden alleen ingesloten patiënten geanalyseerd in de behandelgroep waaraan zij op het moment van randomisatie zijn toegewezen
C. Bij een per-protocol analyse worden alleen ingesloten patiënten geanalyseerd in de behandelgroep als zij de behandeling volledig volgens protocol hebben ondergaan
D. Een per-protocol analyse overschat het behandeleffect zoals dat in de klinische praktijk zal worden verkregen
D
Wat is een effectieve manier om selectie bias te voorkomen? A. Randomiseren B. Blinderen van patiënt en behandelaar C. Blinderen van effectbeoordelaar D. Geen van bovenstaande
randomniseren
Bepaalde subtypes van het humaan papilloma virus (HPV) worden beschouwd als sexueel overdraagbare aandoening en besmetting kan leiden tot dysplasie en bijvoorbeeld cervicale intra-epitheliale neoplasie. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat promiscue sexueel gedrag een risicofactor is voor het krijgen van een maligniteit in het KNO gebied.
Welke van onderstaande factoren zou een confounder kunnen zijn voor de relatie tussen promiscue sexueel gedrag en KNO maligniteit?
A. HPV (humaan papilloma virus) infectie B. Alcohol en tabak blootstelling C. Socio-economische klasse D. Leeftijd E. Geslacht
leeftijd
Welke stelling is waar:
I. In evidence-based medicine (EBM) vervangt evidence (wetenschappelijk bewijs) de klinische expertise.
II. Bij evidence gebaseerd op RCTs is de kwaliteit van de evidence altijd hoog.
Beide onjuist
“Statistically significant benefits may be marginal in clinical practice”
Wat wordt daarmee bedoeld?
Een effect kan statistisch significant zijn maar zo klein dat het geen klinische betekenis heeft
Een effect kan statistisch significant zijn maar zo klein dat het geen klinische betekenis heeft
Welke van de volgende stellingen is of zijn juist?
I. Een forest plot is een grafische weergave van een meta-analyse
II. Hoe hoger de I2, hoe groter de heterogeniteit tussen studies
beide juist
Hoe hoger de I2, hoe groter de heterogeniteit tussen studies
juist