Tekstblok 7 Flashcards
1
Q
cum (+abl.)
A
met, samen met
2
Q
in (+abl.)
A
in, op, bij
3
Q
forum
A
forum, marktplein
4
Q
ambulare
A
wandelen
5
Q
nihil
A
niets
6
Q
iucundus
A
aangenaam, innemend
7
Q
itaque
A
daarom, dus
8
Q
thermae (v mv)
A
thermen, badhuis
9
Q
voluptas (v)
A
genoegen
10
Q
amare
A
houden van, verliefd zijn op
11
Q
num?
A
toch niet? soms?
12
Q
aqua
A
water
13
Q
currere
A
hardlopen, rennen
14
Q
primo
A
eerst
15
Q
manere
A
blijven, wachten