Tekst 3.A Alles Flashcards
1
Q
per + accusativus
A
over, door … heen
2
Q
errare
A
(rond)zwerven, dwalen
3
Q
explorare
A
onderzoeken, inspecteren
4
Q
quattour onverbuigb.
A
vier
5
Q
equus
A
paard
6
Q
trahere
A
trekken
7
Q
ecce onverbuigb.
A
kijk
8
Q
amica
A
vriendin
9
Q
appropinquare
A
naderen
10
Q
intrare
A
binnengaan, binnenkomen
11
Q
legere
A
verzamelen
12
Q
ridere
A
lachen
13
Q
audire
A
horen
14
Q
videre
A
zien
15
Q
statim
A
meteen