Tekst 2.A woorden. Zin 9 t/m 14 Flashcards
kolom 2
1
Q
Tartarus
A
de Tartarus
(diepste plaats in de onderwereld)
2
Q
vivit
A
leeft
(hij / zij)
3
Q
vivere
A
leven
4
Q
terra
A
aarde
5
Q
locus
A
plaats
6
Q
obscurus
A
donker
7
Q
nox, noctes
A
nacht
8
Q
umbra
A
- schim (van gestorven mensen) 2. schaduw
9
Q
huc
A
hierheen
10
Q
veniunt
A
komen
(zij)
11
Q
venire
A
komen
12
Q
hic
A
hier