Task 9 Help! Flashcards

1
Q

Prosociaal gedrag

A

Vrijwillig gedrag om de ander voordeel te doen zoals helpen, delen en troosten van een ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Levels van prosociaal gedrag

A
  1. Hedonistisch, self-focused oriëntatie
  2. Needs-based oriëntatie
  3. Approval and/or stereotyped oriëntatie
    4a. Self-reflective empathic oriëntatie
    4b. Transitional level
  4. Strongly internalized stage
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Moral judgements

A

Beslissingen die betrekking hebben tot wat goed en fout is, eerlijkheid en rechtvaardigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Social conventional judgements

A

Beslissingen die betrekking hebben op in- en uitgaande rechten en regulaties die sociale coördiantie en organisatie verzekeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Personal judgments

A

Beslissingen die verwijzingen naar acties waarin iemand zijn voorkeur op 1 staan in een overweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Altruistic motives

A

Empathie of sympathie voor anderen en op latere leeftijd de wens om te handelen op manieren van eigen morele principes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

3 domeinen altruïstische neigingen

A
  • Anderen helpen om doelen te bereiken
  • Waardevolle goederen delen met anderen
  • Informeren van anderen over dingen die ze nodig hebben of willen weten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Empathie

A

Emotionele reactie naar andermans emotionele status die vrijwel gelijk is naar die status

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Sympathie

A

Gevoel van zorgen voor een ander in reactie op andermans emotionele status

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Conscience

A

Intern regel mechanisme dat de individuele mogelijkheid vergroot om te voldoen aan de standaard die in eigen cultuur geaccepteerd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Fasen van moreel redeneren

A
  • Van moraliteit naar dwang
  • Transitionele periode
  • Fase van autonome moraliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

3 levels moreel oordelen

A
  • Preconventional moral reasoning
  • Conventional moral reasoning
  • Postconventional moral reasoning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly