Task 9 Help! Flashcards
Prosociaal gedrag
Vrijwillig gedrag om de ander voordeel te doen zoals helpen, delen en troosten van een ander
Levels van prosociaal gedrag
- Hedonistisch, self-focused oriëntatie
- Needs-based oriëntatie
- Approval and/or stereotyped oriëntatie
4a. Self-reflective empathic oriëntatie
4b. Transitional level - Strongly internalized stage
Moral judgements
Beslissingen die betrekking hebben tot wat goed en fout is, eerlijkheid en rechtvaardigheid
Social conventional judgements
Beslissingen die betrekking hebben op in- en uitgaande rechten en regulaties die sociale coördiantie en organisatie verzekeren
Personal judgments
Beslissingen die verwijzingen naar acties waarin iemand zijn voorkeur op 1 staan in een overweging
Altruistic motives
Empathie of sympathie voor anderen en op latere leeftijd de wens om te handelen op manieren van eigen morele principes
3 domeinen altruïstische neigingen
- Anderen helpen om doelen te bereiken
- Waardevolle goederen delen met anderen
- Informeren van anderen over dingen die ze nodig hebben of willen weten
Empathie
Emotionele reactie naar andermans emotionele status die vrijwel gelijk is naar die status
Sympathie
Gevoel van zorgen voor een ander in reactie op andermans emotionele status
Conscience
Intern regel mechanisme dat de individuele mogelijkheid vergroot om te voldoen aan de standaard die in eigen cultuur geaccepteerd worden
Fasen van moreel redeneren
- Van moraliteit naar dwang
- Transitionele periode
- Fase van autonome moraliteit
3 levels moreel oordelen
- Preconventional moral reasoning
- Conventional moral reasoning
- Postconventional moral reasoning