tangconstructie Flashcards

1
Q

hoe ontstaat een tangconstructie?

A

woorden tussen lidwoord en zelfstandig naamwoord zetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

voorbeeld tangconstructie

A

de ruim gesorteerde en zeer goed bekendstaande bakker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waar kun je een tangconstructie vinden?

A

tussen onderwerp en persoonsvorm, hulpwerkwoord en hoofdwerkwoord, twee delen van scheidbaar werkwoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

voorbeeld tangconstructie tussen onderwerp en persoonsvorm

A

de krab, zich van geen kwaad bewust, kroop over het strand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

voorbeeld tangconstructie tussen hulpwerkwoord en hoofdwerkwoord

A

de krab heeft zonder dat de toeristen het merkten over de handdoek gelopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

voorbeeld tangconstructie twee delen van scheidbaar werkwoord

A

de krab laat, na een rustige plek te hebben opgezocht, zijn prooi pas los

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly