taak 6 Flashcards
wat is de functie van de primaire motorcortex en in welk hersengebied zit deze?
regelt bewegen, in de frontale kwab
waar stuurt de Primaire motorcotrex opdrachten naar toe?
Stuurt opdrachten niet direct naar de spieren, maar diens axonen verlengen naar de medulla (hersenstam) en het ruggenmerg
Daar worden de impulsen gegenereerd voor spieractie
De opdrachten van de motorcortex produceren een bepaalde uitkomst, níet een specifieke spierbeweging
o De motorcortex geeft een bepaalde opdracht, het
ruggenmerg en andere gebieden bepalen de juiste combi van spieren hiervoor
Somatosensorische cortex functie
Functie: gevoel van lichaamsdelen; gebieden ingedeeld zoals bij motorcortex
Werkt nauw samen met motorcortex; je moet een lichaamsdeel kunnen
voelen om accurate beweging uit te voeren
Pariëtale cortex functie
Functie: monitoren positie van het lichaam relatief aan de wereld; selecteren van de
juiste actie; initiëren van beweging
Laesie in dit gebied: lopen steken obstakels, bemoeilijkt objecten vinden
o Eén van de 1e
gebieden die actief wordt tijdens het plannen van beweging
Individu ziet signaal dat vertelt wat er moet worden gedaan => activatie
posterieure pariëtale cortex; voorbereiden op beweging, vertelt meer
precies wat er moet worden gedaan => beweging
Supplementary motorcortex functie
o Functie: essentieel voor inhibitie van bepaalde gedragingen => belangrijk voor plannen en organiseren van snelle opeenvolgingen van beweging
Remt gewoonte-bewegingen in situaties waar andere bewegingen/actie geschikter is
Activeert na een error in beweging => ontwikkelt manieren om de incorrecte beweging in de toekomst te remmen
Premotorcortex functie
o Functie: meest actief net vóór een beweging; ontvangt info over het doel waar het lichaam naar wilt bewegen + info over de huidige positie en houding van het lichaam
Belangrijk voor het begeleiden van beweging naar een doel
Prefrontale cortex functie
Functie: bevat sensorische info die relevant is voor een bepaalde beweging + overwegen van de mogelijke uitkomsten van mogelijke bewegingen (inhibitie)
Laesie in dit gebied: verstrooide bewegingen, bijv. douchen met kleding
Basale ganglia (caudate nucleus + putamen + globus pallidus) functie
Functie: belangrijk voor spontane-, zelf-geïnitieerde gedragingen; dus niet bij stimulus-uitgelokte gedragingen!!! + Essentieel voor leren van nieuwe gewoontes
Bijv. wél actief als individu een lijn tekent, niét actief als individu een lijn overtrekt // wél bij je hand opsteken om een vraag te stellen, níet bij je hand
opsteken na de vraag of je gratis geld wilt
Zelf-geïnitieerde gedragingen hebben over het algemeen een trager begin dan die in reactie op een stimulus
wat is een readiness potential, en welk gebied produceert dit
de activiteit vóór elke vrijwillige
beweging; het proces dat leidt tot actie
Motorcortex produceert deze
Onderscheid stimulus-aangewakkerde- en zelf-geïnitieerde bewegingen qua begintijd hersenactiviteit
Stimulus-aangewakkerde bewegingen beginnen veel sneller
Antisaccade task
een test waarbij je naar de tegenovergestelde richting moet kijken
Voorbeeld: één hand aan de linkerkant van iemands gezicht, andere hand aan de rechterkant. Als je een vinger beweegt, moet de persoon naar de kant kijken waar de hand níet beweegt
o 5-7 jaar: vinden het onmogelijk om niet te kijken naar de bewegende vinger
Het vermogen om dit te remmen verbetert gradueel naarmate de prefrontale cortex ontwikkelt
Piekt in de jonge volwassenheid
Verslechtert bij ouderen; PFC is erg kwetsbaar voor schade
o Antisaccade task vereist sustained activiteit in delen van de PFC en basale ganglia vóórdat je de vinger ziet bewegen
De hersenen bereiden zich namelijk voor om de ongewilde actie te remmen + te vervangen met een andere actie
Saccade
een vrijwillige oogbeweging
Mirror neuronen
Functie: belangrijk voor het begrijpen van andere mensen, identificeren met anderen en ze te imiteren (bijv. van sociaal gedrag; onderzoek echter nog niet eenduidig)
o Actief tijdens het voorbereiden op een beweging & observatie van eenzelfde/vergelijkbare beweging bij een ander
o Ook actief bij een herinnering aan een beweging
Bijv. door de actie te horen, zien of erover lezen
- Ontwikkelen diens functies waarschijnlijk aan de hand van leren (imiteren!)
wat is Parkinson
een progressieve hersenaandoening waarbij aansturing van spierbewegingen wordt
aangetast. Door het langzaam afsterven van neuronen ontstaan er stoornissen in het bewegen, die gradueel ernstiger worden
primaire klachten parkinson
Primaire klachten:
o Stijfheid
o Spiertrillingen (= tremor)/spasmes
o Langzame spontane bewegingen (= bradykinesie)
o Moeite met het initiëren van vrijwillige acties
o Tekort aan motivatie en plezier
Lewy bodies
kleine klompjes eiwitten
Post-mortem exam bij parkinson
het onderzoeken van een lichaam na sterfte
Resultaat bij Parkinson: vooral Lewy bodies te zien
Hoe kan Parkinson worden behandeld?
- dopaminereceptoren stimuleren of die de metabolische afbraak van dopaminen blokkeren
- L-dopa: de voorloper van dopamine; passeert de barrière wél
- DBS: reduceert Parkinson symptomen, kan ook bijwerkingen van langdurig L-dopa gebruik verhelpen
- Gedeeltelijke hersentransplantatie: gezond basale ganglia-weefsel transplanteren => resulteerde bij dieronderzoek in herstel van Parkinson
- Stamcellen: onvolwassen cellen die nog kunnen differentiëren in andere celtypes. Ontwikkeling begeleiden zodat ze grote hoeveelheden L-dopa produceren, daarna transplanteren in de hersenen
- Lifestyle management;
o Training + fysiotherapie => vermindert pijn door stijfheid
o Spraaktherapie => verhelpt zachte spreekvolume (veroorzaakt door verminderde coördinatie van mondspieren)
o Emotionele- en psychologische support
Wat is Tourette?
Tourettes syndroom (TS)
- TS: een aandoening waarbij verschillende fysieke tics + minstens 1 vocale tic minimaal 1 jaar lang plaatsvinden
Tic
een ongebruikelijke beweging of geluid, waar het persoon zelf weinig of geen controle over heeft
Bijv.: knipperen met ogen, hoesten, keel schrapen, gezichtsbewegingen,
hoofdbewegingen, ledemaatbewegingen of aparte geluiden maken
Worden ervaren als niet-vrijwillig, maar kunnen worden onderdrukt voor
variërende tijdsperiodes
Meer voorkomend bij mensen met OCD, autisme of ADHD
Kunnen tijdelijk of chronisch zijn
De frequentie en intensiteit fluctueren bij de meesten
Vaak net vóór een tic worden ongebruikelijke/vervelende sensaties ervaren
Classificatie tics:
Simpel: bijv. bewegen van 1 spier, 1 woord eruit gooien
Plotseling, kortdurend en meestal herhalend
Complex: bijv. een lange zin; omvatten verschillende spiergroepen
Copropraxia: seksuele- of schunnige uitingen
Echopraxia: imitatie van andermans bewegingen
Palilalia: geluid of woorden van iemand imiteren/herhalen
Echolalia: herhalen van laatst-gehoorde zin of woord
Coprolalia: sociaal-niet-accepteerbare woorden
Soorten tics:
Fysiek: motorische bewegingen (= die géén geluid produceren!)
Fonisch: auditief
DSM-5 criteria Tourette syndroom
Criteria Tourette:
Minimaal 2 motorische tics + minstens 1 vocale tic
Minstens 1 jaar sprake van tics
Dit kan verschillende keren per dag, bijna iedere dag of aan- en uit
Begin van tics is vóór 18-jarige leeftijd
Niet te verklaren wegens gebruik van (genees)middelen of andere medische
aandoening
Wat zijn risico-/oorzakelijke factoren voor de ontwikkeling van Tourette?
- De exacte oorzaak van TS is vooralsnog onbekend
o Lijkt tevens te worden veroorzaakt door problemen in de basale ganglia
Verantwoordelijk voor bewegingen, emotie en leren
Abnormaliteiten in basale ganglia => verkeerd balans in concentratie neurotransmitters => verstoord hersen-functioneren => tics - Temperament
o Tics verslechteren door angst, opwinding en uitputting
o Tics verminderen door kalme, gefocuste activiteiten - Omgeving; observeren van een houding of geluid bij een ander kan tics aanwakkeren
- Erfelijk; komt binnen families meer voor
- Mannen 4x vaker
- Geboorte
o Oudere ouders
o Toxische stoffen in prenatale fase
o Vroegtijdig
o Laag geboortegewicht - Ziektes tijdens de kindertijd
Welke hersengebieden en neurotransmitters zijn gelinkt aan Tourette?
Gezien de complexe aard van TS, is het waarschijnlijk dat verschillende neurotransmitters
binnen het beweging-hersencircuit betrokken zijn
o Dopamine speelt echter een belangrijke rol in verschillende aspecten van TS
- Cortico-Striato-Thalamo-Cortical Circuit (CSTC)
zie videos over directe en indirecte pathways
Hoe kan Tourette worden behandeld?
Habit reversal therapy: (Herkennen van driften die nét voor tic optreden, Vinden van een nieuwe gewoonte om deze drift mee te verlichten
(i.p.v. de tic) die meer subtiel is en in openbaar acceptabel is).
Bloeddrukverlagers; reguleert mogelijk neurotransmitterconcentratie
Verschillende fysieke bijwerkingen
o Spierverslappers; helpt bij fysieke tics door stijfheid/spasmes te verhelpen
o Neuroleptica; blokkeert het effect van dopamine => minder thalamusactivatie
- Operatief:
o Limbische leukotomie; wegbranden van een gedeelte van het limbische systeem dat
verantwoordelijk is voor bepaalde emoties, gedragingen en geheugen
o DBS; lang-termijn effecten nog niet bewezen
Wat is Deep Brain Stimulation?
Deep Brain Stimulation (DBS): een techniek die bestaat uit chirurgisch geïmplanteerde geleidingen die binnen een hersencircuit puntsgewijs elektrisch een neuraal-netwerk moduleert
- Een elektrode wordt in een diep hersendoel geïmplanteerd
o Deze wordt verbonden d.m.v. een verlengingsdraad naar een puls-generator (IPG)
die meestal onder de borst wordt geplaatst, soms bij de buik
Een extern programmeringsapparaat stuurt de pulsen aan
normale direct pathway
rojecties naar de GPi en SNpr (terwijl het striatum wordt gestimuleerd) → toename
van de GPi en SNpr-schietactiviteit (striatale neuronen vuren sneller signalen af) →
ze sturen verhoogde remmende signalen, via GABA en substantie P, naar de GPi en
SNpr → GPi en SNpr ontvangen meer remmende signalen van het striaum →
remmende signalen naar de thalamus worden gedempt (ontremming) → thalamus
wordt ontremd (minder geremd) en stuurt zijn prikkelende signalen via glutamaat
naar de hersenschors → gewenste beweging.
normale indirect pathway
Stimulerende signalen van de cortex bereiken het striatum (via de neurotransmitter
glutamaat) → het striatum heeft ook remmende output naar de GP → dit loopt samen
met het externe segment en gebruikt neurotransmitters GABA en enkefalinen. →
GPe krijgt meer remmende signalen van het striatum → GPe kan de STN niet meer
remmen → minder remming van STN → STN-neuronen worden actiever en kunnen
via glutamaat meer stimulerende signalen naar de GPi sturen. → verhoogde
remmende stroom van de GPi naar de thalamus → vermindered prikkelende
stroming naar de cortex.
Hoe kun je Parkinson en Tourette aan elkaar linken?
Beide is een combinatie van psychiatrie en bewegingsstoornissen.
Beide last van ongewenste bewegingen.
Beide dopamine.
Beide CTSTC-circuit.
Beide directe en indirecte paden.
Beide basale ganglia.