taak 3 Flashcards
Wat is lateralisatie?
Lateralisatie = de taakverdeling tussen de 2 hersenhelften (hemisferen).
Via wat wisselen de 2 hemisferen info uit?
De 2 hersenhelften wisselen informatie uit via een reeks axonen die het corpus callosum worden genoemd, en via de anterieure commissuur, de hippocampale commissuur en een paar andere kleine commissuren. Door het corpus callosum
ontvangt elke hemisfeer informatie van beide kanten. Pas na beschadiging van het corpus callosum zijn tekenen van lateralisatie te herkennen → de linker hersenhelft zou alleen reageren op informatie van de rechterhelft van het lichaam en andersom.
welke hemisfeer is dominant voor spraakproductie en welke voor taalbegrip?
Een fMRI-studie toonde aan dat zelfs kinderen van 2 maanden oud, de linkerhersenhelft meer activeren dan de rechterhelft wanneer ze naar spraak luisteren, maar niet wanneer ze naar muziek luisteren. De linker hemisfeer is dominant voor spraakproductie bij meer dan 95% van de
rechtshandigen en bijna 80% van de linkshandigen. De rechter hemisfeer is dominant voor taalbegrip.
Split-brain people
= mensen die een operatie aan het corpus callosum zijn ondergaan. Ze kunnen hun handen normaal gebruiken bij vertrouwde taken, zoals
het strikken van schoenen. Ze worstelen echter om hun handen samen te gebruiken bij taken die ze niet eerder hebben geoefend. Mensen met een ‘gespleten brein’ kunnen de 2 handen onafhankelijk gebruiken op manieren die andere mensen niet kunnen (bijv. met 2 handen tegelijk tekenen).
Informatie die naar het ene halfrond gaat kan niet naar het andere halfrond gaan. Af en toe ontstaan er uitzonderingen op deze regel. Omdat een kleine hoeveelheid informatie tussen de hersenhelften reist via verschillende kleinere commissuren, krijgen sommige gespleten hersenen voldoende informatie.
lijkt het brein van jonge of oude mensen op dat van split-brain mensen
Omdat het corpus callosum langzaam ontwikkelt, lijken sommige gedragingen van
jonge kinderen op dat van split-brain mensen.
- Iemand met split-brain kan niet vertellen wat hij met zijn linkerhand heeft gevoeld (wel met zijn rechterhand). De rechterhand stuurt informatie naar de linkerhersenhelft, die voor de meeste mensen dominant is voor taal. De linkerhand stuurt informatie naar de rechterhersenhelft → deze kan geen taal produceren.
belangrijkste functies linker en rechter hemisfeer
links: spraak
rechts: grotere rol bij het begrijpen van ruimtelijke relaties. reageert meer op emotionele prikkels
Cerebrale dominantie →
bij de meeste mensen is de linker of rechter hemisfeer dominant voor taalfuncties??
bij de meeste mensen is de linker hemisfeer dominant voor taalfuncties. Cerebrale dominantie wordt beïnvloedt door links- of rechtshandigheid. Van de 90-95% van de mensen die rechtshandig zijn, heeft meer dan 95% een dominantie in de linkerhersenhelft. Ongeveer 31-70% van de
linkshandigen, hebben dominantie in de linkerhersenhelft.
Wat is afasie
Afasie wordt gekenmerkt door een verminderd vermogen om taal te produceren en/of begrijpen in de gesproken gesigneerde of geschreven vorm. Afasie ontstaat secundair aan neuraal trauma (meestal een beroerte) en belemmert de goede
werking van hersengebieden die taal ondersteunen. Bij de meeste mensen gaat het
om schade aan de linker hersenhelft.
Ongeveer 15-30% van de mensen ontwikkelt afasie na een beroerte.
Broca’s afasie (non-fluent speech)
→ stoornis in taalproductie (gesloten
woorden worden weggelaten);
o Schade in delen van de cortex, thalamus en basale ganglia;
o Begrip is relatief gespaard;
o Broca’s gebied helpt bij organiseren van spraak;
o Subtype: agrammatische afasie
Wernicke’s afasie
→ gemakkelijke taalproductie en spraak die wel
grammaticale structuur bevat, vloeiende afasie, beperking van het begrip;
o Jargon of neologische parafrasieën → uitingen die klinken als woorden in de taal van de spreker, maar zijn in feite geen echte woorden. Neologismen suggereren ofwel een verminderde woordvinding of semantische verwerking in Wernicke’s afasie.
o Moeite met vinden juiste woorden;
o Moeite met begrijpen van spraak, schrijven en gebarentaal → verband met moeite om namen van objecten te onthouden
wat zijn afasie gerelateerde stoornissen?
- pure woorddoofheid
- alexia zonder agrafie
- zuiver woordmutisme
Leg pure woorddoofheid, alexia zonder agrafie
en zuiver woordmutisme uit.
Pure woorddoofheid → zeldzaam syndroom, patiënten kunnen geschreven taal wel begrijpen, maar gesproken taal niet. Spontane spraak is meestal normaal, soms met parafasische fouten. Vaak geassocieerd met beperkte laesies in de superieure temporale gyrus.
- Alexia zonder agrafie → patiënten kunnen schrijven, maar niet lezen. Hun vermogen om mondelinge spraak te begrijpen en te produceren blijft intact. Laesies die dit tekort veroorzaken, bevinden zich in de linker occipitale kwab
en strekken zich uit in het corpus callosum. De patiënt heeft een storing in het rechter gezichtsveld. Visuele informatie bereikt het linker gezichtsveld, maar paden die interpretatie van geschreven taal vanuit het linker gezichtsveld
mogelijk maken, worden onderbroken.
- Zuiver woordmutisme → ook bekend als afemie, veroorzaakt tekorten in de productie van mondelinge spraak met behoud van auditief begrip en het vermogen om te schrijven. Dysartrie en gezichtsverlamming gaan meestal gepaard met dit syndroom. Laesies meestal in of rond gebied van Broca.
fenomische prafrasie
Vervanging van het ene fenomeen door het andere binnen een enkel woord. /tevillision/ voor /television/
Neologische parafrasie
Vervanging van woordklanken die fonetisch
en semantisch niet gerelateerd zijn aan de
doelwoorden. /glick/ voor /pencil/
Semantsiche parafrasie
Vervanging van het ene woord door het andere,
maar niet altijd semantisch gerelateerd. /flew/ voor /soared/