Synoniemen en antoniemen Flashcards
1
Q
Want
A
Omdat
2
Q
Pech
A
Ongeluk
3
Q
Hoog
A
Laag (A)
4
Q
Verschrikkelijk
A
Heel erg
5
Q
Interessante
A
Niet saai
6
Q
Bouwen
A
Maken
7
Q
Breken
A
Kapotmakem
8
Q
Heerlijk
A
Heel lekker
9
Q
Ontvangen
A
Sturen (A)
10
Q
Toen
A
Vroeger (A)
11
Q
Namelijk
A
Want
12
Q
Bespreken
A
Over iets praten
13
Q
Slecht
A
Niet goed
14
Q
Vroeger
A
Straks-niet van tevoren
15
Q
Van tevoren
A
Eerst- niet straks