Studietaak 1: Algemene fysiologische begrippen Flashcards
- De basale begrippen van de fysiologie te omschrijven:
Milieu Intérieur/exterieur, homeostase.
- Een organisme heeft een milieu exterieur wat in contact staat met de buitenwereld (bijv. mond-keelholte) en een milieu interieur dat is afgescheiden van de buitenwereld en waarin de cellen en weefsels zich bevinden.
- Het milieu interieur wordt ook wel extracellulair vloeistof genoemd en speelt een belangrijke rol bij het constant houden van vitale parameters.
- De anatomische oriëntatietermen en oriëntatievlakken te kennen.
Anatomische positie
Axiale deel
- Appendiculaire deel
Anatomische positie
- Axiale deel: delen van lichaam rond lichaamsas (hoofd, hals, romp)
- Appendiculaire deel: de ‘aanhangsels’ van het lichaam (ledematen)
Oriëntatie
- Mediaal
- Lateraal
- Ventraal/Anterior
- Dorsaal/Posterior
- Craniaal
- Proximaal
- Distaal
- Superior
- Inferior
- Mediaal: Aan de binnenzijde, naar de middellijn toe
- Lateraal: Aan de buitenzijde, van de middellijn af
- Ventraal/Anterior: Aan de buikzijde - Dorsaal/Posterior: Aan de rugzijde
- Craniaal: Aan de schedelzijde - Caudaal: Aan de ‘staartzijde’
- Proximaal: Dichtbij de romp (alleen bij ledematen)
- Distaal: Van de romp af (alleen bij ledematen)
- Superior: Boven
- Inferior: Onder
Lichaamsvlakken
- Frontaal
- Mediaan/Sagittaal
- Midsagittaal
- Transversaal
- Frontaal: Verdeelt in voor en achter
- Mediaan/Sagittaal: Verdeelt in links en rechts
- Midsagittaal: Verdeelt het lichaam precies door het midden
- Transversaal: Verdeelt in boven en onder (horizontaal gesneden)
- De lichaamsvliezen en lichaamsholten te benoemen.
Het inwendige van ons lichaam wordt beschermd door:
- Huid/epitheel
- Botten en kraakbeen
- Lichaamsholten
- Vliezen
- Vloeistoffen
Lichaamsholten:
- Craniaal (hersenen)
- Spinaal (ruggenmerg)
- Thoracaal (hart, longen)
- Pelvic (blaas, rectum, ovaria)
Mediastinum
Mediastinum: holte in de borstkas tussen beide longen. Hierin ligt o.a. het hart.
Diaphragm
Diaphragm: middenrif.
Parietale serosa
Parietale serosa: vlies dat de interne lichaamswanden bekleed
Viscerale serosa
Viscerale serosa: vlies dat de interne organen bekleed
Sereuze vloeistof
Sereuze vloeistof: scheidt de sereuze membranen (parietale en viscerale)
Belangrijke vliezen:
- Pericardium
- Peritoneum
- Pleura
- Meningen
- Pericardium: Het dubbellaags ‘zakje’ om het hart.
- Peritoneum: Buikvlies (om de darmen)
- Pleura: Dubbellaags vlies om de long.
- Meningen: Hersenvliezen rond het centraal zenuwstelsel
Het meninges bestaat uit 3 onderdelen
- Pia mater: binnenste vlies
- Arachnoid membraan: tussen 2 vliezen
- Dura mater: buitenste vlies
- Homeostase en de relatie met het goed functioneren van een organisme toe te lichten
- Homeostase: Het vermogen op processen (temperatuur, zuurtegraad, bloeddruk) constant te houden. Homeostatische reflexen worden gecontroleerd door negatieve feedback.
- Het begrip negatieve feedback aan de hand van een voorbeeld uit te leggen, alsook het begrip antagonistische werking.
- Negatieve feedback: De respons remt de stimulus die de respons veroorzaakt.
- Bijvoorbeeld: Het is warm, je gaat zweten. Dit zweet zorgt voor afkoeling. Je hebt het minder warm.
- Het begrip positieve feedback aan de hand van een voorbeeld uit te leggen.
- Positieve feedback: De respons activeert de stimulus die de respons veroorzaakt. De respons zal dus steeds heviger worden.
- Bijvoorbeeld: De geboorte van een baby. Wanneer de baby daalt, komt rek op de cervix, dit stimuleert oxytocine afgifte, wat contracties veroorzaakt. Contracties duwen de baby verder naar beneden wat extra rek op de cervix veroorzaakt, etc.
- Uit te leggen waarom positieve feedback niet bijdraagt aan homeostase.
- Bij homeostase is het doel alle processen in evenwicht te houden. Dit kan alleen door bij een verandering een tegenverandering te bieden.
- Positieve feedback zorgt er juist voor dat de verandering zelf heviger wordt.
- Uit te leggen dat homeostase behouden kan worden door lokale en lange afstand regulatie.
Processen worden constant gehouden mbv reflexen:
- Kniepeesreflex
- Secretie oxytocine door zuigen aan tepel
- Secretie insuline door signaal uit hersenen
- Secretie groeihormoon
- Secretie cortisol
- Secretie insuline door toename glucose concentratie in het bloed
De onderdelen te kunnen beschrijven van een lokale en reflexcontrole – route
Stimulus (prikkel) Receptor Afferent neuron neurotransmitters CZ Efferente neuron neurotransmitter Target cel Respons
- Dysplasia
expansion of immature cells; atypische veranderingen in de celkernen, het cytoplasma of in het groeipatroon van de cellen > verhoogde kans op het ontwikkelen van kanker.
- Metaplasia
uitzaaien/verspreiden (expansion of mature cells; is de reversibele verandering van het ene celtype naar het andere celtype op een plaats waar dat normaal niet voorkomt, bv luchtwegen bij rokers > trilhaarepitheel van de trachea wordt meerlaging plaveiselepitheel
- Hyperplasia
vergroting a.g.v. een toename aan celdeling.
- Hypertrofie
vergroting a.g.v. een toename aan individuele celdiameter
- Atrofie
verkleining a.g.v. een afname van individuele celdiameter
- De term hersenventrikel uit te leggen, de verschillende ventrikels te benoemen en de ligging van de ventrikels in de hersenen aan te geven
- Een hersenventrikel is een met hersenvocht gevulde holte in de hersenen. Hersenvocht=cerebrospinale vloeistof
- Uit te leggen wat de functie van cerebrospinale vloeistof is, hoe en waar cerebrospinale vloeistof wordt uitgescheiden (geproduceerd), in welke ruimten het zich bevindt en hoe het afgevoerd wordt
- De plexus choroideus maakt hersenvocht (cerebrospinale vloeistof), wat werkt als schokdemper. Dit hersenvocht circuleert door de ventrikels en stroomt het de subarachnoidale ruimte in.
- Het hersenvocht bestaat uit water, ionen, vitaminen en nutrienten die uit het bloed zijn gefilterd door de plexus choroideus. Na circulatie wordt de hersenvloeistof via arachnoidale villi uit de subarachnoidale ruimte naar de vene getransporteerd. Hier is het weer onderdeel van het bloed en zal dit rondgepompt worden terwijl nieuw bloed wordt gefilterd door de plexus choroideus.
- De samenstelling van cerebrospinale vloeistof aan te geven en de plek aan te wijzen waar deze vloeistof kan worden verzameld
- Cerebrospinale vloeistof bestaat uit water, ionen, vitaminen en nutriënten die zijn doorgelaten door de plexus choroideus (rood gekleurd).
- Vloeistof wordt verzameld in de subarachnoidale ruimte.
- Bloedhersenbariëre: selectieve permeabiliteit; wateroplosbare substanties niet, kleine vetoplosbare moleculen makkelijker (vb; antihistaminica)
- Kunnen uitleggen wat de ziekte meningitis is, en hoe de diagnostiek hiervan wordt gedaan.
- Meningitis is een ontsteking van het hersenvlies.
- Dit wordt gediagnostiseerd door tussen ruggenwervels in de onderrug een punctie van hersenvocht (liquor cerebrosinalis) te nemen en deze te kweken.