Stratificatie & sociale klasse Flashcards

1
Q

Wat zijn sociale klassen?

A

Grootschalige groepering van mensen die beschikken over hetzelfde/gelijkaardig economisch kapitaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wie zijn de proletariaat?

A

Mensen die geen toegang hebben tot de productiemiddelen, vermarkten hun arbeid aan de kapitalisten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn transitionele klassen?

A

Klassengroepen die zijn overgebleven uit vroegere periodes met andere productiemethoden. (Bv. boeren, vissers)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef de drie dimensies van ongelijkheid die Weber onderscheidt.

A
  • (Eco) Klasse: Groep met gelijke levenskansen
  • (Cul) Status: Mate van sociaal prestige dat aan een individu of groep is toegeschreven
  • (Pol) Partij: Groep van individuen die samenwerken omdat ze een collectief doel hebben
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is sociale sluiting?

A

Het proces van een, meestal dominante, groep om de toegang tot hulpmiddelen te bemoeilijken of te weigeren van een andere groep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is uitsluiting?

A

Het proces in een samenleving waar groepen zich distantiëren d.m.v. grenzen, om zich te onderscheiden van buitenstaanders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is usurpatie?

A

De pogingen van minder geprivilegieerden om toegang te krijgen tot de middelen die hen worden geweigerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de functionalistische benadering van sociale stratificatie? (Davis & Moore)

A

Dat stratificatie een belangrijke rol speelt in de werking van een samenleving. Ze argumenteren dat omdat we in een “meritocratie’ leven, welvaart en status kan verworven worden door eigen inspanningen en talenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is sociale mobiliteit?

A

De mogelijkheid van individuen om zich te verplaatsen in een klassensysteem. Namelijk om een hogere sociale positie te bekleden met daarbij horende hogere economische en sociale hulpmiddelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly