Socialisatie Flashcards

1
Q

Geef de distinctie tussen repressieve, & participerende socialisatie.

A

Repressief: autoritair gezag van de ouder voor de gehoorzaamheid van het kind.
Participerend: meer kindgerichte socialisatie voor een vrije autonomie van het kind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk sociaal element kunnen we toeschrijven als voorwaarde van menselijke sociale ontwikkeling?

A

Dat het afhangt van vroege, stabiele sociale banden met andere mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie was Sigmund Freud en waar is hij notoir voor?

A

Een van de meest invloedrijkste psychologen en denkers van de 20e eeuw; hij is de grondlegger van de psychoanalyse. (1856- 1939)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn peer groups?

A

Vriendschappelijke groepen van kinderen van dezelfde leeftijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly