Groepen & Organisaties Flashcards

1
Q

Wat vormt een sociale groep?

A

Een regelmatige basis van interactie tussen mensen.
Deze regelmaat zorgt voor de vorming van een onderscheiden sociale entiteit door de interactiedeelnemers; ook met een eigen sociale identiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een aggregaat?

A

Een verzameling van mensen die zich op dezelfde plek, op hetzelfde moment bevinden. Hier is er geen sprake van het bestaan van bepaalde sociale banden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een sociale categorie?

A

Een statistische eenheid van mensen die op grond van een relevant kenmerk samen worden geclassificeerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is volgens Charles H. Cooley eigen aan primaire groepen?

A

Hij karakteriseert ‘primaire groepen’ als groepen met intieme face-to-face verbanden en samenwerking.
Het resultaat hiervan is een zekere versmelting van de individuen in een gemeenschappelijk geheel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is dan een secundaire groep?

A

Een groep van mensen die op regelmatige basis interacteren, hun relatie is echter grotendeels onpersoonlijk. Hier is minder spraak van intimiteit en meer focus op praktische doeleinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is groepsconformiteit?

A

Groepsconformiteit verwijst naar de neiging je aan te passen aan de geldende normen in de groep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke twee vormen van interactiepatronen onderscheidt Ferdinand Toennies?

A

Gemeinschaft: een groep waarin de relaties tussen de mensen direct, diepgaand en alomvattend zijn.
Gesellschaft; een groepering waarbij de relaties tussen de mensen voornamelijk indirect en oppervlakkig zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat toonde de socioloog Mark Granovetter aan in zijn bekend artikel ‘The strength of weak ties’?

A

Dat mensen met een sociaal netwerk opgebouw uit louter hechte relaties zich daarin vaak opgesloten voelen. Terwijl mensen met een sociaal netwerk opgebouwd uit weinig diepgaande relaties zich algemeen vrijer voelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef de definitie van een organisatie.

A

Een grote vereniging van mensen die met elkaar, in hoofdzaak, onpersoonlijke interacties onderhouden om specifieke doeleinden te bereiken. Organisaties zijn meestal ontworpen met het oog op de vervulling van een bepaald doel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een bureaucratie?

A

Interactiemodel dat gekenmerkt wordt door grote zorgvuldigheid en
precieze efficiënte administratie. Taken zijn zeer goed omschreven en verlopen volgens strikte procedures.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het ideaaltype van een bureaucratie?

A

Een bureaucratie gekenmerkt door:

  • Een duidelijke gezagshiërarchie
  • Gedrag bepaald door strikte regels
  • Scheiding werk/gezin
  • Werknemers geen controle over productiemiddelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly