Steun en Bewegingsstelsel I Flashcards

1
Q

Vascularisatie

A

Bloedvoorziening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sereuze vlies

A

Kunnen vocht produceren en dit maakt beweging mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

peritoneum

A

Buikblies, is een sereuze vlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verschillende gewrichten

A
  1. Junctura fibrosa
  2. Junctura cartilaginea
  3. Junctura Synovialis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Junctura fibrosa

A

Bindweefselverbinding zoals bij sutura en syndesmose. Is niet erg beweeglijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Junctura cartilaginea

A

Kraakbeenverbinding zoals bij de discus intervertebralis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Junctura synovialis

A

Ookwel articulatio/ art. Er is ruimte tussen de butstukken wat synovia bevat. Meer beweeglijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bouw synoviale gewrichten

A
  1. kop
  2. kom
  3. hyaline kraakbeen
  4. gewrichtskapsel -> heeft een membrana synovialis en fibrosa
  5. Cavum articulare (bevat synovia)
  6. Ligamenten, capsulair of extra capsulair
  7. Discus/ meniscus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Membrana synovialis

A

zit aan de binnenkant van het gewrichtskapsel en hier is waar de synovia geproduceerd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Morfologischee indeling synoviale gewrichten (naar vorm)

A
  1. Scharniergewricht, 1 assig (lengte of dwars)
  2. Zadelgewricht/ condyloid gewricht, 2 assig
  3. Kogelgewricht, 3 assig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

abductie

A

beweging van het lichaam af in het sagittale vlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Functie spieren

A

Wordt bepaald door de positie van de spier ten opzichte van de bewegingsas. Bijvoorbeeld de kuit bij plantairflexie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke bewegingen worden enkel gebruikt bij de schouder en de heup?

A

Anteflexie en retroflexie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Anteflexie en retroflexie

A

Het naar voor of achter bewegen van een ledemaat vanuit de neutrale positie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Schoudergewricht

A

Het gewricht tussen de scapula en de humerus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Schoudergordel

A

de clavicula en de scapula

17
Q

Gewrichten in de schouder regio

A
  1. art. sternoclavicularis
  2. art. acromioclavicularis (matig beweeglijk door ligamenten)
  3. art. glenohumerale (kogelgewricht)
18
Q

Bewegingen van de schoudergordel

A
  1. Elevatie/ depressie
  2. Protractie/ retractie
  3. laterorotatie/ mediorotatie
19
Q

Rotator Cuff

A

Dit zijn 4 spieren die om het schoudergewricht zitten en deze stabiel houden

20
Q

Scapulohumerale ritme

A

Gecoördineerde beweging van de humerus, clavicula en de scapula om volledige abductie of elevatie te bereiken

21
Q

Syndesmoses

A

Junctura fibrosa waarbij twee botten bij elkaar gehouden worden door ligamenten

22
Q

Synchondroses

A

2 ossificatie centra in een ontwikkelend bot worden uit elkaar gehouden door een laag kraakbeen

23
Q

symfyse

A

Wanneer 2 botten onderling verbonden worden door kraakbeen

24
Q

Huid

A
  1. epidermis = avasculaire buitenste laag
  2. dermis = vasculaire bindweefsel laag
25
Q

Huid functies

A
  1. mechanisch en permeabiliteits barriere
  2. sensorisch en thermoregulerend orgaan
  3. initiëren primaire immuunreacties
26
Q

Functie Fascia

A

Bindweefsel dat
1. organen scheidt, ondersteunt en onderling verbindt
2. beweging mogelijk maakt van een structuur ten opzichte van een ander
3. de doorvoer van vaten en zenuwen doorlaat

27
Q

Superficial Fascia

A

Zit aan de dermis van de huid en bestaat uit los bindweefsel en vet.
- staat beweging van de huid over diepere gebieden van het lichaam toe
- is een kanaal voor vaten en zenuwen
- is een energie reserve voor het lichaam

28
Q

Deep Fascia

A

Bestaat uit dicht bindweefsel en zit aan het superficial fascia.
Rondom gewrichten verdikt het en wordt het retinacula, deze houden pezen op zijn plek