Hoofd en Hals Flashcards

1
Q

Functies hoofd-hals gebied

A
  1. Bevat diverse organen  hersenen, zintuigen, begin ademhalingsstelsel en spijsverteringsstelsel, endocriene organen (glandula thyroidea/ schildklier)
  2. Interactie en communicatie  binnenkomende signalen en uitgaande boodschappen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Cranium (schedel)

A
  • Neurocranium -> calvaria (schedeldak) & basis cranii (schedelbasis)
  • Viscerocranium -> orbita, cavitas nasi, cavitas oris
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Articulatio temporomandibularis

A
  • Zit tussen de mandibula en de os temporale
  • Bevat een discus  vergroot de beweeglijkheid en is belangrijk voor de krachtopvang. (Kracht van de kauwspieren is 100 kilogram)
  • Het kapsel is slap en wijd in dit gewricht dus er zitten veel kauwspieren omheen voor de stabiliteit  m. temporalis en m. masseter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kaakluxatie

A

ontwrichting van de kaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Platysma

A

Brede platte spier in de hals. Wordt gebruikt in gevallen van schrik en ontzetting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Diepe fascie, de hals bevat 3 lagen

A
  1. Lamina superficialis (investing layer)
  2. Lamina pretrachealis  bevat 2 delen, laag die spiertjes voor in de hals omringt en een laag die om de schildklier zit
  3. Lamina prevertebralis  omhult de cervicale wervelkolom en alle spieren die erbij horen. Voorste deel (pre) is het stevigste
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vagina carotica

A

bevindt zich om de vaat- zenuwstreng, arteria carotis en de hersenzenuwen (n. vagus). Hier komen de lamina prevertebralis en de lamina pretrachealis samen. Deze verdwijnt hoger in de hals.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Compartimenten

A

De hals bevat musculaire, viscerale en neurovasculaire (vaten en zenuwen) compartimenten. Compartimenten kunnen aangeven hoe pathologie zich verspreid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Spatium parapharyngeum

A

de ruimte links en rechts van de farynx. Deze bevat grote vaten en zenuwen onder andere de a. carotis interna en de v. jugularis interna en diverse hersenzenuwen  dit maakt het een neuro vasculair distributiecentrum. Deze ruimte staat in verbinding met ruimten achter de farynx, hier zit losmatig bindweefsel en dat is voordelig als glijvlak, maar infecties verspreiden daardoor ook makkelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Glandula Partidea

A
  • Heeft een afvoergang naar de wang (ductus parotideus)
  • de n. facialis loopt door de klier (lastig met operaties)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De neus

A

Bevat 3 conchae neusschelpen (bewerken ingeademende lucht)
Bevat 2x 4 bijholtes waaronder de sinus maxillaris, frontalis en cellulae ethmoidales

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Cavitas oris

A
  1. Vestibulum oris (tussen je tanden en je bovenlip)
  2. Cavitas oris propria (gewoon je mondholte)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Speekselklieren mond:

A
  1. Glandula parotidea
  2. Glandula submandibularis
  3. Glandula sublingualis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Spieren in de hoofd

A

Bij de kaak zit de m. masseter en hoger in het laterale hoofd zit de m.temporalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Spatium

A

Een lege ruimte gevuld sereuze vocht en speeksel door speekselklieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ethmoïdcellen

A

Laterale holtes van de neus

17
Q

N. phrenicus

A

De ademhalingszenuw

18
Q

Cauda Equina

A

Bundel van ruggenmergzenuwen uitlopers, treedt lumbaal uit de ruggenwervel