Statistiek Flashcards

1
Q

Kwalitatief onderzoek

A

begrip over bepaald onderwerp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kwantitatief onderzoek

A

inzicht in cijfermatige verhoudingen = statistiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Beschrijvende statistiek

A

het ordenen en presenteren van je gegevens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verklarend statistiek

A

steekproefgegevens generaliseren naar een populatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Populatie

A

alle onderzoekseenheden (personen, bedrijven, provincies, landen ect.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Variabele

A

datgene wat gemeten of geobserveerd wordt – een eigenschap van de onderzoekseenheid uit een populatie. (bv. Leeftijd, inkomen, aantal jaren scholing, soort bedrijf ect.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Meetniveau van een variabele:

- Nominaal

A

antwoordcategorieën die gelijkwaardig zijn (Man/vrouw)

  • Godsdienst, Woonplaats
  • Fiets, Auto, Lopend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Meetniveau van een variabele:

- Ordinaal:

A

antwoordcategorieën die je kunt ordenen op grootte (MBO, HBO, WO)
- Antwoorden op de schaal van (1) helemaal mee oneens. (5) helemaal mee eens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Meetniveau van een variabele:

- Metrisch

A

variabele zonder antwoord categorieën maar met getallen.

  • (Woon/werkafstand)
  • gewicht
  • leeftijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Onafhankelijke variable

A

Oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

afhankelijke variabele

A

Gevolg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Centrummaten

A

Zegt iets over de hoogte in het midden bij een bergparabool.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Modus

A

Waarneming die het meest voorkomt

5,5,6,7,7,7,7,7,7,8,8,8,9

In dit geval de 7

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Variantie

A

Maat voor de spreiding van de waarneming rondom het gemiddelde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Standaarddeviatie

A

Wortel uit de variatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly