Merkmanagement 2.0 Flashcards

1
Q

Positioneringsredenen:

A
  • Toenemende concurrentie
  • Doorzichtiger markten en machtiger klant
  • Toenemende macht tussenschakels
  • Vele lage betrokkenheid
  • Al dan niet bestaan van paradoxkeuze
  • Groot belang onderbewustzijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Brand key model

A
  • Merkessentie
  • onderscheidingskracht
  • geloofwaardigheid
  • waarden en persoonlijkheid
  • doelgroep
  • concurrentieomgeving
  • onderscheidingsvermogen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

middeldoelketen

A

Attributen -> producteigenschappen
Benefits -> voordelen
Waarden -> waarom kiest de consument voor het merk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Laddering waarom?

A

Methode om de middel doel keten in kaart te brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is laddering?

A

Laddering is een methode waarbij de consument vragen worden gesteld en waarin heel erg door wordt gevraagd naar de betekenis van wat hij belangrijk vindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

soorten positioneringsstrategie

A

Informationele -> voordelen worden benadrukt -> nadruk op functionele benefits

Transformationele -> symbolische of belevingsgeorienteerde benefits staan centraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Mindshare (merkrelevantie)

A

mate waarin het merk ‘top of mind’ is dus de mate waarin de consument aan het merk denkt wanneer hij een bepaalde behoefte heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

heartshare (merkassociaties)

A

mate waarin het merkbeeld aansluit bij de wensen en behoefte van de consument: raken de merkassociaties de juiste snaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

evoked set

A

groep merken die de consument in overweging neemt bij het maken van een beslissing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Merkwetten

A

focus
onderscheid
relevantie
consistentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

merk hierarchie

A

ondernemingsmerk: Campina
familie merk: optimel
individueel merk: optimel drink
variteit: optimel puur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

sub branding

A

uitbereiden met producten in een nieuwe productcategorie (bijvoorbeeld: campina die bbq sauzen gaat verkopen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly