Onderzoek 2 Tentamen vragen Flashcards

1
Q

Welke centrummaat is het meest geschikt voor de variabele “mate van innovativiteit” als die gescoord is van; zeer hoog, hoog, gemiddeld, laag, zeer laag door experts?

A

Modus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is wel een voordeel?

A

Het is makkelijk internationaal toepasbaar!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

4 V’s Big Data

A

§Volume – grote hoeveelheden
§Variety – diverse typen
§Velocity – snel veranderend
§Veracity – wisselende betrouwbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een voordeel van online onderzoek?

A

De doorlooptijd is kort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom is het moeilijk om met een enquête te achterhalen wat klanten belangrijk vinden?

A
  • Klanten zijn zich er vaak niet van bewust
  • Klanten geven vaak sociaal wenselijke antwoorden
  • Je weet als onderzoeker vaak niet welke criteria allemaal meegenomen moeten worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Een goede zoekmachine voor het doen van verkennend literatuuronderzoek is?

A

Google scholar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke van de onderstaande criteria is niet van belang voor de waarde van het evalueren van desk researchbronnen:

A

Kosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Veel wetenschappelijk onderzoek wordt uitgevoerd onder Amerikaanse studenten. De vraag of een verband dat in degelijk onderzoek is gevonden geldig is voor Nederlandse bejaarden is een vraag naar de?

A

Externe validiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Soorten validiteit

A
  1. externe validiteit  generaliseerbaar voor een grotere groep van de populatie
  2. interne validiteit  De conclusies kunnen voor waar worden genomen (zegt iets over de kwaliteit)
  3. consturct validiteit  meten wat je wilt meten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een MDS-model wordt vaak toegepast voor?

A

Het voorspellen van de omzet van een product in de toekomst met behulp van big data

•Imago meting vs positionering (hoe verhoudt het merk zich t.o.v. de concurrentie)

•Wat zijn de onderliggende dimensies waarop een consument de verschillende aanbieders met elkaar vergelijkt?

•Dus: inzicht in de markt (dimensies) en positie in die markt (imago)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarvoor dient een regressieanalyse?

A
  • Om te analyseren of je een afhankelijke variabele kunt voorspellen door een of meer onafhankelijke variabelen
  • als je wilt weten of meerdere onafhankelijke variabelen significant samenhangen met een afhankelijke variabele
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoeveel respondenten heb je volgens de matrix methode van Groenland nodig voor kwalitatief onderzoek via interviews?

A

3-4 per sub segment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Als ik wil weten of het verschil in haarlengte tussen mannen en vrouwen significant van elkaar verschilt (gemeten in cm), welke statische toets ga ik in SPSS uitvoeren?

A

T-toets  verschil tussen groepen, interval/ratio (scale)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat heeft geen invloed op de validiteit van een onderzoek?

A

Of er bij het analyseren sprake is van fishing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is geen onderdeel van de ESOMAR-gedragscode voor sociologisch en marktonderzoek?

A

De kosten voor de opdrachtgever moeten niet onnodig worden opgeschroefd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De systematische fouten die in je onderzoeksontwerp zitten hebben invloed op de?

A

Validiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is geen doel van Big Data?

A

Veel en realtime gegevens kunnen verzamelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Een panelonderzoek is een voorbeeld van?

A

Kwantitatief onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De toevallige fouten die in je onderzoeksontwerp zitten hebben invloed op de?

A

Betrouwbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Een focusgroep is niet geschikt voor:

A

Het in kaart brengen van het gedrag van de doelgroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke databanken van de mediatheek zijn voor marktonderzoek nuttig?

A
Euromonitor
euromonitor (passport) en Business Source Premier (BSP)
18
Q

Wat is volgens de ethische regels voor marktonderzoek niet toegestaan?

A

Door middel van een enquête leads genereren voor accountmanagement

19
Q

Het volgende is niet een nadeel van een fysiologische meting:

A

Het is bewust te manipuleren

20
Q

Welke van de onderstaande uitspraken over de afhankelijke en de onafhankelijke variabelen in een conceptueel onderzoeksmodel is juist?

A

De onafhankelijke gaat in de tijd voor aan de afhankelijke

21
Q

Wat is geen nadeel van observatie?

A

De validiteit van observeren is erg laag

22
Q

Wat wordt verstaan onder een vals verband?

A

Twee afhankelijke varibalen die samenhangen doordat ze beide afhankelijk zijn van dezelfde onafhankelijke variabele ???

23
Q

Welke 3 vormen van validiteit worden onderscheiden?

A

Interene validiteit
Consturct validiteit
Externe validiteit

24
Q

Wat levert geen input voor Big Data?

A

Web surveys

25
Q

Wat is geen online onderzoeksinstrument?

A

Online fmri onderzoek

26
Q

Welke wijze van afnemen heeft de voorkeur bij een enquête naar een onderwerp dat last kan hebben van sociaal wenselijkheid?

A

Online

27
Q

Wat is het nadeel van een online surveytool die niet rechtstreeks naar SPSS kan exporteren?

A

Je moet dan eerst via Excel en dan moet je in SPSS het codeboek opnieuw maken

28
Q

Op welke van de onderstaande manieren kun je aan respondenten komen voor een online enquête?

A

Een oproep plaatsen op een forum
Een online panel gaan inhuren
Uitnodigen via een database zoals een klantenbestand

29
Q

Ondervertegenwoordiging, waar is dat een gevaar van?

A

Online panels

29
Q

Wat is een methode voor online kwantitatief onderzoek?

A

Web-survey

30
Q

Betrouwbaarheid

A

heeft te maken met de stabiliteit van het onderzoeksresultaat. Wanneer het onderzoek zou worden herhaald, komen dan dezelfde resultaten naar voren?

31
Q

Validiteit

A

zegt iets over de inhoud: wordt er gemeten wat de bedoeling is. Wanneer u mensen op straat vraagt of ze wel eens stelen, is de kans groot dat de dieven onder hen dit zullen ontkennen. Op basis van een dergelijk onderzoek schat u het aantal dieven te laag in.

32
Q

Welke van onderstaande praktijken is ethisch verantwoord?

A

Studenten die een marktonderzoeksproject moeten doen selecteren at random e- mailadressen van andere studenten uit de studentenadministratie.

33
Q

Één van de Tien Gouden regels voor Onderzoek & Statistiek en gegevensbescherming is:

A

Verzamel niet meer gegevens dan noodzakelijk voor de uitvoering van het onderzoek

34
Q

De belangrijkste bottleneck in het omgaan met big data is:

A

verwerkingstechnologie

35
Q

Online retailers gebruiken big data voor meerdere doeleinden. Één van deze doeleinden is ‘Predictive analytics’. Een voorbeeld van predictive analytics is:

A

precies de omzet inschatten van een bepaald product voor het komende kwartaal

36
Q

Als ik wil weten of het verschil in inkomen tussen hoger en lager opgeleiden significant van elkaar verschilt (opleiding dichotoom gemeten; inkomen in euro per maand), welke statistische toets ga ik dan in SPSS uitvoeren?

A

T-toets

37
Q

Welke van onderstaande uitspraken over een moderator variabele in relatie tot het verband tussen een afhankelijke en een onafhankelijke variabele in een conceptueel onderzoeksmodel is juist?

A

het verband tussen onafhankelijke en afhankelijke variabele is verschillend voor verschillende waardes van de moderator variabele

38
Q

6 manieren waarop online retailers big data kunnen gebruiken

A
Personalisatie 
Dynamische prijzen 
Klantenservice 
Omgaan met fraude 
Inzichtelijke aanvoerlijnen
Predictive analytics
39
Q

Nominaal

A

Antwoord categorieën die het zelfde zijn:
Man/vrouw
Trein/bus/tram

40
Q

Ordinaal

A

Antwoord categorieën die je kunt ordenen op grote

  • MBO, HBO, WO
  • zeer goed, goed, voldoende, slecht, zeer slecht
41
Q

Metrisch

A

Variabelen zonder antwoord categorieën

  • gewicht
  • leeftijd
42
Q

Hypothese principe

A

Formuleer H1 en H0
H1: Mannen nemen meer risico dan vrouwen.
Ho: Mannen nemen niet meer risico dan vrouwen

43
Q

Binominaal toets

A

De binomiale toets wordt gebruikt om te toetsen bij variabelen die maar uit twee waarden bestaan, of waarvan we twee waarden kunnen maken. We toetsen of een bepaald percentage van de ene variabele overeenkomt met een door ons verwachte waarde.

44
Q

Chi-kwadraat toets

A
  • Samenhang tussen 2 nominale variabelen of tussen nominale (afhankelijke ) en ordinale variabele
45
Q

Correlatie

A

bepalen of er een samenhang is tussen 2 ordinale, een ordinale en een metrische (Spearman) of 2 metrische variabelen (Pearson)

46
Q

(Spearman)

A

samenhang is tussen 2 ordinale, een ordinale en een metrische

47
Q

(Pearson)

A

2 metrische variabelen