Statistiek Flashcards

1
Q

Bias

A

vertekening van gegevens van een steekproef

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

selectiebias

A

wanneer bij een onderzoek twee groepen van elkaar verschillen, op een ander vlak dan waarnaar wordt gezocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

attrition bias

A

wanneer je deelnemers verliest bij de follow-up

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

sampling bias

A

groep met de patiënten niet representatief hoe deze groep in werkelijkheid is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

berksons bias

A

wanneer de onderzoeksgroep in het ziekenhuis ligt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

confouding bias

A

wanneer een derde variabele , gerelateerd aan zowel onafhankelijke als afhankelijke variabele het causale verband is tussen die twee veroorzaakt of verstoort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

stratificatie

A

verdelen van onderzoekspopulatie in 1 of meer subcategorieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

effectmodificatie

A

wanneer het verband tussen twee variabelen afhankelijk is van andere variabele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hawthorne effect

A

wanneer patiënten beter worden tijdens studie door studie zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

pygmalion effect

A

wanneer de onderzoeker in zijn eigen methode gelooft en het zo overbrengt dat het de uitkomsten beïnvloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

lead time bias

A

wanneer screening ervoor zorgt dat een ziekte eerder wordt ondekt waardoor de overleving langer lijkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

length time bias

A

overschatting van de overlevingsduur, door asymptomatisch vorderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

recall bias

A

wanneer er gevraagd wordt over dingen die in het verleden zijn gebeurd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

procedure bias

A

wanneer je een groep vergelijkt die behandeling heeft gehad vs een groep die geen behandeling heeft gehad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

late-look bias

A

patiënten waarbij aandoening ernstiger is worden niet meegenomen in onderzoek omdat ze zijn overleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

observer bias

A

wanneer de onderzoekers de status weten van de patiënt wat het onderzoek kan beïnvloeden

17
Q

validiteit

A

daadwerkelijk het verschijnsel meet wat je wilt onderzoeken

18
Q

betrouwbaarheid

A

betrekking tot het manier van meten