Standaardzinnen 8 Flashcards
1
Q
ik ga (in Aken) studeren
A
ich will (in Aachen) studieren
2
Q
de maatschappij
A
die Gesellschaft
3
Q
het bedrijf/de firma
A
die Firma
4
Q
veel/hartelijk dank
A
vielen/herzlichen Dank
5
Q
voortaan
A
in Zukunft/künftig
6
Q
ook in de toekomst
A
(auch) weiterhin
7
Q
vooral
A
vor allem / namentlich
8
Q
zullen - zou
A
werden - würde
9
Q
worden - werd
A
werden - wurde
10
Q
de reden
A
der Grund