Stamcellen Flashcards

1
Q

Stamcellen

A

Cellen met vermogen om zich onbepaalde tijd te blijven delen en te differentiëren tot verschillende celtype

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Pluripotent

A

Cellen kunnen alles worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Totipotent

A

Is in staat alle embryonale en extra-embryonale weefsels te vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Multipotent

A

Aanleiding tot weefsel of compartiment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Unipotent

A

Stamcellen kunnen aanleiding geven tot een enkel celtype

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Nonembryonic of somatic stamcellen

A

gevonden in weefsel of orgaan en kan differentiëren tot gespecialiseerde celtypen van dat weefsel of orgaan. Werken als herstel systeem. Multi of unipotent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Niche

A

Micro omgeving die nodig is om signalen te produceren zodat stamcellen stamcellen blijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Cell culture

A

Cellen kweken in een lab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Morula

A

Embryoblast nog niet gevormd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Induced pluriptent stem cells

A

iPSC’s, herprogrammeren van gedifferentieerde cellen tot stamcellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Yamanaka factoren

A

Factoren die worden gebruikt om iPSC’s te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly