Pathologische begrippen Flashcards
Tumor
Zwelling (oncos)
Niet-neoplasie
Ontsteking
Welke symptomen horen bij niet-neoplasie?
Rubor
Calor
Dolor
Tumor
Functio laesa
Rubor
Roodheid
Calor
Warmte
Dolor
Pijn
Functio laesa
Functieverlies
Neoplasie
Abnormale zwelling die groter is en ongecoördineerder dan normaal weefsel. Het blijft bestaan als stimulus weg is.
Benigne neoplasie
Celdifferentiatie is goed
Beperkte en langzame groei
Geen invaslie (omkapselt)
Gelokaliseerd in onstaansplek
Maligne neoplasie
Celdifferentiatie matig / weinig
Ongecontroleerde en snelle groei
Wel invasie (uitzaaien)
Metastase
Uitzaaien
Verruca seborrhoica
Ouderdomswrat, benigne neoplasie
Adenoom
Benigne klier tumor
Carcinoom
Malgine neoplasie van epitheel
Sarcoom
Malgine neoplasie spier, kraakbeen, bot, bindweefsel of vet
Leukemie of lymfoom
Maligne neoplasie bloed
Squames papilloom
Benigne plaveiselcelepitheel tumor
Teratoma
Speciaal type gemixte tumor dat zowel dochter als moedercellen heeft
Poliep
Uitstekende massa
Papilloom
Meerdere uitsteeksels (wrat)
Hypertrofie
Cellen worden groter
- Zonder celdeling
- Respons op toegenomen workload
Hyperplasie
Cellen worden meer
- Celdeling
- Respons op hormonen of groeifactoren
Atrofie
Cellen worden minder
- Verkleinen weefsel door afname of verkleining cellen
- Afname in workload, innervatie, bloedtoevoer, voedingsstoffen, hormonale stimulatie of toegenomen druk
Metaplasie
Cellen veranderen in ander type
- Vervangen van ene celtype met andere
- Reactie op veranderde omgeving
- Reversibel na opheffing prikkel
