Staatsrecht Flashcards
6 rechtsgebieden in het algemeen
civiel recht
contractenrecht
goederenrecht
huurrecht
letselschade
personen en familierecht
bestuursrecht
verschil privaat en publiek
privaat = verhouding burgers onderling of bedrijven onderling
publiek = de verhouding tussen burgers en de overheid
verschil materieel en formeel recht
materieel = inhoud, regels, Sr
formeel = procedure, Sv
verschil nationaal en internationaal recht
nationaal = binnen nederland
internationaal = buiten nederland dmv verdragen
de rechtsbronnen
de wet
het gewoonterecht
jurisprudentie
besluiten van volkenrechtelijke organisaties
verdragen
welke van de rechtsbronnen hoort bij het internationale recht
het gewoonterecht
heeft nationaal recht betekenis in die van het internationale
nee in beginsel is dit niet het geval
verschil objectief en subjectief recht
objectief = de grondwet, geldt voor iedereen, positief recht, kiesrecht
subjectief = vloeit voort uit, specifieker, vrijheid van meningsuiting
hoe noemen we jurisprudentie ook wel
het rechtersrecht
in de uitspraken kan hij als rechter meer betekenis geven
de rechtsgebieden met betreffende plaats in wettenbundel aangeven
bestuursrecht = Awb
strafrecht = Sr
privaatrecht = BW
europees recht = verdrag betreffende de eu
burgerlijk procesrecht = burgerlijke rechtsvordering RV
rechtsregels en gedragsregel
rechtsregels = rechtsfeit die schriftelijke wordt opgesteld en een handtekening
gedragsregel = gewone afspraak tussen vrienden
verticale verhouding
publiekrecht, het algemene belang
overheid en burger
geen beperkingen opleggen
horizontale verhouding
privaatrecht, de individuele belangen van de burgers
burgers onderling
wet in materiële zin
regels die voor iedereen gelden
wet in formele zin
gemaakt door de regering in samenwerking met de staten generaal (eerste en tweede kamer)
wet in positieve zin
alle rechtsregels die op dit moment in nl gelden
positief recht
objectieve recht
bepaalde tijdstip en plaats
eigendomsrecht
subjectieve recht
relatieve competentie
de regels die bepalen in welke plaats en bij welke rechtbank de procedure is
de regering
de koning en de ministers
bevoegdheid om wetgeving te maken
geven de uitvoering aan de gemeentelijke niveaus
ministerraad
alle ministers
leiding van de minister president
besluiten over het beleid van de regering
kabinet
de ministers en de staatssecretarissen
benoemt de commissaris van de koning, burgemeester en alle leden van de rechterlijke macht
de staten generaal
De eerste en tweede kamer
deze vormen samen weer het parlement
parlement
beide kamers
wie heeft de wetgevende macht in nl
de staten generaal
welke drie machten bij de trias politica
wetgevende macht
uitvoerende macht
rechterlijke macht
visie van montesquieu
de rechters moeten strikt de letter van de wet volgen
de volk zou de bevoegdheid moeten hebben voor wetgeving
wij krijgen dan meer stem
andere naam voor de trias politica
strikte scheiding der machten
Art. 81 Gw
voorlezen
dit is niet in overeenstemming met de zuivere trias politica leer
in welke wet staat hoe het koninkrijk der Nederlanden is ingericht?
in het statuut
hoeveel landen heeft het koninkrijk der Nederlanden
4 landen
Nederland, Aruba, curaçao en sint maarten
welke eilanden horen daar niet bij maar zijn caraïbische nederland
bonaire
sava
sint eustatius
decentralisatie
het kabinet neemt een maatregel
dit laten zij uitvoeren door een lager bestuursorgaan
parlementaire democratie
stemmen, elke 4 jaar, vanaf 18 en ouder, nederlandse identiteit
constitutionele monarchie
de positie van de koning in de Gw
gedecentraliseerde eenheidsstaat
dat wij de taken en bevoegdheden op verschillende niveaus hebben belegd
de staat
een land met een eigen onafhankelijk bestuur
soevereiniteit
een recht van de hoogste bestuursorganen om iets uit te voeren zonder verantwoording af te leggen aan de rest
fractie
groep van volksvertegenwoordigers die zich binnen het parlement organiseert voor de samenwerking
monarchie
regeringsvorm waarbij een persoon de macht heeft zoals een koning
formateur
iemand die een kabinet formeert/samenstelt
informateur
het opstellen van een regeerakkoord is zijn taak
regeerakkoord
overeenkomst tussen twee partijen in het parlement
regeringsverklaring
de rede van een regeringsleider waarin het beleid van een nieuwe regering wordt medegedeeld
de vierde macht
een term voor de machten die buiten de trias politica vallen zoals de pers/media
klassieke grondrechten
vrijheidsrechten die een burger heeft
sociale grondrechten
bestaan nog niet zo lang
actief optreden van de overheid is vereist
clausulering
een specifieke bepaling om iets in de grondwet te kunnen wijzigen
de wetgevende macht
legt verantwoording af
regering en staten generaal
controleren
en maken wetten
uitvoerende macht
politie
voert wetten uit
rechtsprekende macht
rechters in civiel recht
klaagt verdachten aan
OM
doel van de trias politica
machtsmisbruik door een staat voorkomen
vrijheid van de burgers te waarborgen
checks and balances
we zorgen ervoor in NL dat er een machtsevenwicht is, de een mag de ander controleren
samenwerking
betekenis begrip decentralisatie
verticale verspreiding van bevoegdheden over verschillende bestuursniveaus
heeft nederland een strikte machtenscheiding
nee
wat is nederland
nederland is een constitutionele monarchie met een parlementair stelsel
AVV
een algemeen verbindend voorschrift
APV of bestemmingsplan
attributie
toekennen van een nieuwe bevoegdheid aan een bestuursorgaan
delegatie
dat een bestuursorgaan zijn bevoegdheid overdraagt, bij subdelegatie gebeurt dit nog een tweede keer
mandaat
iemand heeft de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan een besluit te nemen, ondergeschikte
om wat gaat het als iets via de wet wordt toegekend
altijd attributie
hiërarchie van de regelgeving
verdragen
grondwet
wet in formele e zin
algemene maatregel van bestuur
ministeriële regeling
provinciale verordening
gemeentelijke verordening
waterschap verordening
verdragen
moet in de NL wetgeving worden gezet
grondwet
vrijheid van meningsuiting
wet in formele zin
regering en staten generaal maken samen de wettenb
algemene maatregel van bestuur
regering mag dit opnemen
ministeriële regeling
minister
provinciale verordening
provinciale staten
gemeentelijke verordening
gemeenteraad
waterschap verordening
bestuur van de waterschappen
hoe komt een wet in formele zin tot stand?
voorbereiding departement
behandeling ministerraad
advies raad van state
behandeling tweede kamer
behandeling eerste kamer
ondertekening koning
wet
plaatsing in het staatsblad
datum inwerkingtreding
voorbeeld internationale wetgeving
EVRM
lijkt op de grondwet
mensenrechten staan hier ook in
verschil klassieke en sociale grondrechten
klassiek = regels waardoor wij beschermd worden tegen de overheid, afdwingbaar, burger komen in actie, eerste artikelen
sociaal = overheid moet in actie komen, maatschappelijk, inspanning leveren, verdere artikelen
soorten klassieke grondrechten
vrijheidsrechten
politieke rechten
en gelijkheidsrechten
vrijheidsrechten
godsdienst
meningsuiting
vereniging
vergadering
onderwijs en huisrecht
politieke rechten
actieve kiesrecht zelf stemmen
passieve kiesrecht verkiesbaar stellen
recht van petitie
gelijkheidsrechten
gelijke behandeling
discriminatieverbod
verschil NL en koninkrijk der nederlanden
Nederland is Nederland
Koninkrijk der Nederlanden = Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten
Art. 1 Statuut
bijzondere gemeenten = Sint eustatius, saba en bonaire
BES eilanden
verschil wet in formele en materiële zin
formeel = procedure, totstandkoming, Art. 81 Gw
materieel = inhoud, AVV
AVV, welke stapjes
gemaakt door een bevoegd gezag
geldt voor een onbepaalde groep personen
bekendgemaakt en geldt voor een bepaald gebied zoals bijv Nederland
hiërarchie van de regelgeving
hoeveel gewicht aan een orgaan toekennen
het belangrijkste rijtje;
verdragen / verordeningen / besluiten
statuut
grondwet
wet in formele zin
amvbs
ministeriële regelingen
provinciale verordeningen
gemeentelijke verordeningen of waterschapsverordeningen
totstandkoming van een wet in formele zin rijtje
Art. 82 Gw, wetsvoorstel wordt ingediend
raad van state geeft advies
tweede kamer
eerste kamer
bekrachtigd met handtekening
bekendmaking
datum inwerkingtreding
kan met terugwerkende kracht
nooit ten nadele van de burger
drie belangrijke begrippen
A D M
Attributie
delegatie
mandaat
attributie
Art. 10:22 Awb
nieuwe bevoegdheid
gemaakt op basis van de wet of een wet in formele zin
Art. 81 is een goed voorbeeld, aan hen is toegekend om dit te mogen uitvoeren
delegatie
Art. 10:13 Awb
een hoofdorgaan geeft zijn zaak aan een lager orgaan
overdragen
wetgevende bevoegdheid
in eigen naam en ook verantwoordelijk
mandaat
Art. 10:1 Awb
uitvoering in naam van een orgaan boven jou eigen
vaak in dienst van hetzelfde bedrijf
minister van
in opdracht van
hoe komt jurisprudentie tot stand?
niet alles staat in de wet
rechter creatief qua oplossingen
juiste motivering
regelsregel is de jurisprudentie
aanvulling op het recht
kenmerken van een staat
grondgebied
bevolking
soeverein gezag
erkenning
parlementaire democratie
niet direct maar indirect
Art. 50 GW
centraal niveau = tweede kamer verkiezingen
gemeentelijk niveau = gemeenteraad verkiezingen
de 4 kenmerken van een democratie
1 = vertegenwoordiging, wij kiezen deze mensen, stemmen
2 = een rechtsstaat
3 = een parlementair stelsel, verhouding tussen de regering en beide kamers, controle
4 = grondrechten bevatten regels, wij als burgers worden beschermd tegen de overheid, huiszoekingsbevel is bv nodig voordat je naar binnen kunt
de vijf belangrijkste rechtsgebieden
staatsrecht = organisatie hiervan
bestuursrecht = uitvoerende taak vd overheid
strafrecht = gedrag van mensen
burgerlijk recht = personen en hun vermogen
volkenrecht = internationaal recht
hoeveel landen in de EU
27 landen
kenmerken van een rechtsstaat
legaliteitsbeginsel
scheiding der machten
onafhankelijke rechtspraak
eerbiediging grondrechten
de vier functies van het recht
gedragsregels, normatieve functie
procedure, geschiloplossende functie
aanvullend, additionele functie
verkeersregels, instrumentele functie
soorten wetgevers
nationaal = centraal niveau zoals de regering en Staten-Generaal
decentrale = provinciaal en gemeentelijk niveau
rangorde van de wetten
hoog boven laag
bijzonder boven algemeen
jong boven oud
vonnis
hoofdregel door de rechtbank gegeven
arrest
wordt gewezen door een gerechtshof en de hoge raad
redeneerwijzen
a contrario = de wet is alleen geschreven voor die concrete gevallen
analogie = uitbreiding van een rechtsregels
decentralisatie
machten over verschillende overheidsniveaus verdeeld
lagere overheden zoals de gemeente
soorten spreiding
territoriaal = lagere overheden krijgen de bevoegdheid, regelen hun eigen huishouden binnen de grenzen
functioneel = voor een doel en hebben geen grenzen
laagste overheidslichaam
het waterschap
combinatie van beide spreidingen
Tweede Kamer en Eerste kamer aantal leden
150 leden
75 leden
districtenstelsel
kandidaten worden per district gekozen, indeling van het land
stelsel van evenredige vertegenwoordiging
landelijk kiezen
monarchie
koning
vaak symbolisch
clausulering
beperking op de grondrechten
grondwetswijziging
andere manier dan andere wetten
Art. 137 Gw
twee lezingen verplicht
Bij de tweede lezing wordt de tweede kamer ook ontbonden
Vaak 2/3 van de meerderheid van de stemmen
seign en contraseign
seign is de koning
en contra is de minister
instructienormen
richt zich tot de overheid
bepaalde tijd voor gedragsbepalingen in nationale wetgeving te krijgen
self executingnormen
hebben een directe werking
gericht tot de burger
wie maakt een AMvB
de regering
vier vormen van het recht op informatie
het vragenrecht = ieder kamerlid heeft het recht om vragen te stellen
het recht van interpellatie = het recht om met een minister in debat te treden over een onderwerp
het enqueterecht = meerderheid vd kamers, de bevoegdheid om een commissie in te stellen die zelfstandig onderzoek doen
het budgetrecht = prinsjesdag en begrotingen van belang
medebewind
van hogerhand de opdracht wordt verstrekt een bepaalde materie binnen bepaalde grenzen te regelen