SR 3 arresten Flashcards

1
Q

Dronken Broer

A

Voorkomen van straffen onschuldigen weegt dusdanig zwaar dat aanvrager (die eerder het OM voorloog) alsnog een beroep kan doen op herziening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

EHRM Ozturk

A

Bij punitieve sancties is er sprake van een criminal charge en moeten de rechten van art. 6 EVRM in acht worden genomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

EHRM Saunders/UK

A

Het nemo tenetur beginsel volgt impliciet uit art. 6 lid 2 EVRM. Dit beginsel geldt alleen in een strafproces en niet in een bestuurlijk toezichthoudend onderzoek voorafgaand aan een strafproces. Worden de zichzelf incriminerende verklaringen uit het vooronderzoek wel gebruikt tijdens het onderzoek ter terechtzitting, dan levert dit een schending van art. 6 lid 2 EVRM op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hollende kleurling

A

Het op bovengenoemde tijd en plaats een kleurling hard zien lopen, komende uit de richting van een de politie bekende verzamelplaats van handelaren en gebruikers van verdovende middelen levert noch een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit op noch ernstige bezwaren nodig voor fouillering. Dit wordt niet anders doordat “verdachte” zijn linkerhand in zijn linker jaszak bleef houden en de opsporingsambtenaren hierin aanleiding zagen hem vervolgens aan te houden en vast te pakken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Rennende reputatie

A

Het Hof komt tot het oordeel dat, gezien de omstandigheid dat de inzittenden van de personenauto bij de politieambtenaren bekend stonden als handelaren in verdovende middelen, en er één van de inzittenden van de personenauto hard wegrende, er een redelijk vermoeden van schuld bestond, art. 27 lid 1 Sv. Op grond daarvan konden zij verdachte staande houden c.q. aanhouden. HR bekrachtigt het vonnis van het Hof.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Weigerachtige zwartrijder

A

Naar redelijke uitleg van art. 52 Sv eindigt de bevoegdheid tot staande houden niet reeds door de enkele omstandigheid dat verdachte een door de opsporingsambtenaar gestelde vraag naar zijn personalia niet of ontwijkend heeft beantwoord. Art. 52 Sv wordt dus ruim uitgelegd door de HR.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hauschildt/Denemarken

A

Enkele feit dat rechter in vooronderzoek beslissingen heeft genomen, rechtvaardigt nog niet de vrees voor partijdigheid, tenzij hij een uitlating over de schuldvraag moest doen of er sprake is van ‘special circumstances’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Sepotmededeling en vertrouwensbeginsel

A

Het vertrouwen kan ontleend worden aan:
Het beleid van het Openbaar Ministerie
Een autoriteit binnen het Openbaar Ministerie
Gelijkheidsbeginsel: gelijke gevallen dienen gelijk te worden behandeld en ongelijke gevallen naarmate van hun ongelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Deweer/Belgie

A

Het EHRM overweegt in deze zaak dat art. 6 EVRM een groot fundament vormt voor elke democratische samenleving. Dit houdt in dat als iemand heeft ingestemd met buitengerechtelijke afdoening, dit niet betekent dat het recht op een eerlijk proces in de zin van art. 6 EVRM verdwijnt. In deze zaak oordeelt het Hof dat Deweer dus het recht heeft om aanspraak te maken op een eerlijk proces voor een rechterlijke instantie. Het Hof vervolgt dat er daarnaast ook sprake is geweest van dwang. De boete was qua consequenties niet te vergelijken met het sluiten van de slagerij. Daarom had Deweer geen andere keus dan het betalen van de boete. Volgens het Hof is er daarom sprake geweest van een wanverhouding tussen de keuzes en is Deweer gedwongen tot het maken van zijn keuze. Het Hof concludeert dat er wegens deze redenen sprake is geweest van schending van art. 6 EVRM en er dus geen sprake is geweest van een eerlijk proces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Brogan/VK

A

4 dagen en zes uur is te lang (in de zin van art. 5 lid 3 EVRM)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Spook van de vrouwenpolder

A

Art. 12 Sv kan ook gelden indien het OM de verdachte voor een minder ernstig delict vervolgd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Overzichtsarrest benadeelde partij

A

Schatting van gemaakte kosten is onder omstandigheden mogelijk. Benadeelde partij heeft zijn vordering onderbouwd. Bonnetjes of precieze bedragen zijn niet vereist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Half gemachtigde raadsman

A

Half gemachtigde raadsman mag slechts verzoeken tot aanhouding van de zaak en toelichten waarom verdachte niet is verschenen. Rechter onderzoekt de machtiging van de raadsman niet (gelooft hem op zijn woord).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Spreekrecht en bewijsrecht

A

Schriftelijke slachtofferverklaring kan worden gebruikt als bewijsmiddel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Belang van het onderzoek

A

Het belang van het onderzoek moet breed worden geïnterpreteerd. Het gaat verder dan enkel de opsporing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Buzadji/Moldavie

A

Uiteenzetting over het tijdsverloop van voorlopige hechtenis. Verdachte mag slechts in voorlopige hechtenis zitten als daarvoor ernstige bezwaren zijn. Na ‘verloop van tijd’ (after a certain lapse of time) moet bekeken worden of deze ernstige bezwaren nog steeds aanwezig zijn.
Daarbij wordt aansluiting gezocht bij ‘zsm verschijnen voor de rechter’ (promptly). Op het moment dat de verdachte een zaak thuis kan afwachten, dient daarvoor worden gekozen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

De Salvador Torres/Spanje

A

Casus: Kon voldoende voorbereiden op verduistering van publieke middelen nu de OvJ en het ziekenhuis dit standpunt van de onderzoeksrechter overnamen.
Doet niet aan af dat rechter in eerste aanleg verduistering van publieke middelen niet bewezen achtte → het gaat erom of de informatie de de verdachte over de beschuldiging heeft gekregen hem in staat heeft gesteld zich te verdedigen tegen de feiten waarvoor hij is veroordeeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Pélissier en Sassi/Frankrijk

A

Casus: Verdachten werden verdacht van plegen van verduistering. Uiteindelijk oordeelde de rechter dat er sprake was van medeplichtigheid aan verduistering. EHRM nam schending art. 6 lid 1 en 3 onder a en b aan, nu verdachte medeplichtigheid niet ten laste was gelegd en medeplichtigheid en plegen noemenswaardig verschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

HR Aanhoudingsverzoeken en aanwezigheidsrecht

A

Overzichtsarrest inzake met het aanwezigheidsrecht samenhangende verzoeken door of namens de verdachte om de behandeling van zijn zaak aan te houden wegens zijn verhindering of de verhindering van zijn raadsman bij de behandeling aanwezig te zijn:
De Hoge Raad zet uiteen op welke wijze deze verzoeken dienen te worden onderbouwd en door de rechter dienen te worden beoordeeld.
Het gaat bij deze uiteenzetting uitsluitend om verzoeken tot aanhouding van het onderzoek ter terechtzitting die verband houden met het in art. 6 lid 3 onder c EVRM gewaarborgde aanwezigheidsrecht, waaronder ook wordt begrepen het recht van de verdachte om zich in zijn afwezigheid ter terechtzitting door een daartoe uitdrukkelijk gemachtigde raadsman te doen verdedigen.

20
Q

Overzichtsarrest aanwezigheidsrecht

A

Een verzoek tot aanhouding kan worden gedaan door de verdachte of diens gemachtigde raadsman, maar ook door een niet-gemachtigde raadsman
Verzoek kan ook voorafgaan aan de zitting worden gedaan, maar de definitieve beslissing geschiedt pas op de zitting
Beoordelingskader feitenrechter:
Beoordeling van de aannemelijkheid van het aangevoerde: correspondeert de reden met de werkelijkheid
Belangenafweging maken tussen alle bij aanhouding van het verzoek betrokken belangen
In het geval van ziekte of detentie in het buitenland, moeten verzoeken tot aanhouding ter verwezenllijking van het aanwezigheidsrecht in beginsel worden gehonoreerd, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden

21
Q

Saidi/Frankrijk

A

Artikel 6 EVRM geeft het recht aan verdachten om getuigen te ondervragen. Dit recht mag achterwege worden gelaten, indien de verdedigingsbelangen van de verdachte hierdoor niet geschaad worden of wanneer er sprake is van onmogelijkheid van het ondervragen van getuigen of andere zwaarwegende gronden. Dit recht wordt echter wel geschonden, indien de bewezenverklaring in overwegende mate op de getuigenverklaring berust en de verdachte ondanks verzoeken niet de kans heeft gekregen om zijn getuigen te ondervragen.

22
Q

Ambtshalve oproeping

A

Wanneer bepaalde omstandigheden zich voordoen kan de rechter een plicht hebben om getuigen ambtshalve op te roepen. Hierbij is het van belang dat er gewicht wordt toegekend aan de betreffende verklaring van de getuige. De veroordeling mag niet uitsluitend worden gebaseerd op de verklaringen waarbij de verdachte geen mogelijkheid heeft gehad tot ondervragen.

23
Q

Dev Sol

A

De rechter heeft in dit geval een discretionaire bevoegdheid. Het beginsel van interne openbaarheid wordt voldoende gerespecteerd als alleen de raadsman inzage krijgt aan de hand van specifieke omstandigheden

24
Q

Amsterdams experiment

A

Er zijn twee conclusies uit te trekken:
Een te globale of een te kwalificatieve omschrijving van het feit kan (partiële) nietigheid tot gevolg hebben.
Het inkleuren van het verwijt door bestanddelen voor het eerst te noemen in de bewezenverklaring kan een grondslagprobleem opleveren.

25
Q

Rotterdamse hennepkweker

A

De Hoge Raad concludeert dat er geen onduidelijkheid voor de verdachte bestaat omtrent het feit waarvoor hij veroordeeld is. Onderdeel waarvan vrijgesproken is, is niet van strafrechtelijk belang. Het middel faalt en de Hoge Raad verwerpt het beroep.
Indien de tenlastelegging niet volledig te bewijzen valt in de zin van art. 348 Sv en 350 Sv, dient zij dan te leiden tot een algehele vrijspraak van de verdachte?
Nee: In verschillende arresten is reeds vastgelegd dat een onjuiste opgave in de tenlastelegging van de plaats van het delict niet meteen van strafrechtelijk belang is. Als de verdachte heel goed weet waaromtrent de tenlastelegging handelt, dan volstaat een vrijspraak van het betreffende onderdeel, en kan te verdachte dus nog gewoon veroordeeld worden.

26
Q

Colozza tegen Italie

A

EHRM: verdachte heeft recht om deel te nemen aan de berechting
Niet aan de verdachte om te bewijzen dat hij wel aanwezig wilde zijn
Maar aan staat om te bewijzen dat verdachte niet aanwezig wilde zijn
Autoriteiten hebben verantwoordelijkheid
Inspannen om adres of verblijfplaats te achterhalen
Verdachte op hoogte stellen van dag terechtzitting
Enkele feit dat de autoriteiten aan hun informatieplicht hebben voldaan, wil nog niet zeggen dat de berechting bij verstek gerechtvaardigd is

27
Q

A.C.A.B.

A

er sprake is van een feit van algemene bekendheid wanneer we dit minimaal zouden moeten weten of zonder moeite uit toegankelijke bronnen zouden kunnen achterhalen. Deze behoeven geen aanvullend bewijs en hoeft de rechter niet aan de orde te stellen in de zaak. Als het gaat om internetbronnen als toegankelijke bron, moet het voldoen aan 3 eisen om een gegeven als feit van algemene bekendheid te gelden en dus geen aanvullend bewijs nodig te hebben (1 pt).
Feit van algemene bekendheid in Nederland:
Bij de beoordeling van het bewijs mag geen specialistische kennis nodig zijn.
Er mag niet getwijfeld worden aan de juistheid van de informatie.

28
Q

Schatschaschwili/Duitsland

A

Op basis van onderstaande stappen dient een belangenafweging te worden gemaakt, waarin wordt afgewogen of het ondervragingsrecht daadwerkelijk is geschonden
Bestond er een goede reden voor het ontbreken van een behoorlijke en effectieve ondervragingsmogelijkheid
Is veroordeling uitsluitend of in beslissende mate gebaseerd op de niet behoorlijk door de verdediging gehoorde getuige?
Is voldoende compensatie geboden bij het ontbreken van de mogelijkheid?
Overig bewijsmateriaal (steunbewijs)
Indien geen steunbewijs: procedurele maatregelen

29
Q

Keskin

A

Bij belastende verklaring getuige is onderbouwing door verdediging voor verzoek horen getuige niet nodig

30
Q

Post-Keskin

A

Rechter heeft nog wel andere mogelijkheden tot afwijzing (HR Post-Keskin)
Niet aannemelijk is dat de getuige binnen een aanvaardbaar termijn zal verschijnen
Het welzijn of de gezondheid van de getuige in gevaar wordt gebracht door het ondervragen
Onmiskenbaar irrelevant of overbodig
Geen goede reden bestaat en betwiste verklaring beslissend?
Zaak heropenen om nieuwe getuige te horen
Horen getuige niet mogelijk? Dan compensatie. Compensatie onvoldoende? Dan staat 6 EVRM in de weg aan het gebruik van de verklaring voor het bewijs
Let wel: Nederlandse strafproces traditie dat getuigen al in het vooronderzoek gehoord kunnen worden

31
Q

Spreekrecht en bewijsrecht

A

Schriftelijke slachtofferverklaring kan worden gebruikt als bewijsmiddel.

32
Q

Inschakelen deskundigen door verdediging

A

Indien de verdachte/raadsman een onderzoeksrapport in het dossier toevoegt, waarbij wordt overeengekomen dat het niet om een deskundigenrapport gaat, is de Wet deskundige in strafzaken niet van toepassing en is het aan de rechter om te bepalen welke betekenis aan het rapport toekomt.

33
Q

Unus testis

A

Bewijsminimumvraag van art. 342 lid 2 Sv moet worden beoordeeld in het concrete geval. HR gaat ‘soepel’ om met bewijsminimumvraag (zie als vb HR Schop in de buik).

34
Q

Ambtshalve oproeping

A

Rechter heeft soms de plicht om getuigen ambtshalve op te roepen. Veroordeling mag niet uitsluitend worden gebaseerd op de verklaringen waarbij de verdachte geen mogelijkheid heeft gehad tot ondervragen.

35
Q

Post-vidgen

A

HR stelt effectiviteit van de ondervragingsgelegenheid voorop en komt met dit arrest terug op haar eerdere rechtspraak, naar aanleiding van de uitspraak van het EHRM (Vidgen/Nederland)

36
Q

Redelijke termijnen in Nederland

A

Bij de beoordeling van een onredelijke termijn dienen alle daartoe in aanmerking komende omstandigheden te worden betrokken, zoals de ingewikkeldheid van de zaak, het gedrag van de verdachte en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten wordt behandeld

37
Q

Khan t. VK

A

Indien er sprake is van schendingen in de strafrechtelijke procedure, betekent dit niet dat automatisch art. 6 EVRM geschonden is. Zo levert een schending van art. 8 EVRM niet automatisch een schending van art. 6 EVRM op. De rechter dient per situatie te bekijken of en zo ja welk rechtsgevolg aan een schending moet worden toegewezen.

38
Q

Allan t. Vk

A

Het Hof was van oordeel dat het plaatsen van een informant in de cel van de verdachte, om zodoende informatie te verkrijgen, onrechtmatig was in de zin van artikel 6 EVRM. De bekentenis is zo namelijk verkregen op een manier die afbreuk doet aan het zwijgrecht van verdachte.

39
Q

Rechtsbijstand en mededelingsplicht

A

Ook een niet-aangehouden verdachte moet worden meegedeeld dat hij recht heeft op rechtsbijstand

40
Q

Twee pistolen

A

Is strafvermindering een rechtens aanvaardbare sanctie op onrechtmatige bewijsgaring? HR: Ja, strafvermindering kan een rechtens aanvaardbare sanctie zijn voor onrechtmatige bewijsgaring. Onrechtmatige bewijsgaring hoeft niet automatisch bewijsuitsluiting op te leveren.

41
Q

Onderbouwd standpunt en responsieplicht

A

Wanneer er sprake is van een duidelijk, door argumenten geschraagd en van een ondubbelzinnige conclusie voorzien standpunt, die ten overstaan van de feitenrechter naar voren is gebracht, dient de rechter de niet-aanvaarding van dit standpunt nader te motiveren.

42
Q

Zoon tegen Nederland

A

In Nederland is het gebruikelijk om een verkort vonnis op te maken. Een dergelijk vonnis is toegestaan, omdat niet het vonnis, maar de tenlastelegging de grondslag betreft voor de behandeling van de zaak in hoger beroep. Een verkort vonnis geeft, tezamen met het dossier van de verdachte, de verdachte voldoende houvast voor het inschatten van zijn kansen in hoger beroep. Een dergelijk vonnis maakt dus geen inbreuk op de kern van het vonnis.

43
Q

Blind in de gevangenis

A

In een geval als het onderhavige, waarin gemotiveerd is aangevoerd dat de verdachte niet in staat is gevangenisstraf te ondergaan, zal de rechter, indien hij desalniettemin gevangenisstraf oplegt, verantwoording dienen af te leggen van zijn oordeel dat de verdachte gevangenisstraf kan ondergaan. Nu zodanige verantwoording in de bestreden uitspraak ontbreekt, is de strafoplegging niet naar de eis der wet met redenen omkleed.

44
Q

Pakezel

A

akezel
Indien de rechter gebruik maakt van de LOVS-oriëntatiepunten en een advocaat daartegen een UOS indient, dan moet de rechter ex art. 359 lid 2 2e volzin Sv daar op responderen indien de rechter het verweer afwijst.

45
Q

Vrijheid voor de feitenrechter

A

Enerzijds staat geen rechtsregel eraan in de weg dat de rechter bij de strafoplegging rekening houdt met de manier waarop de op te leggen straf zal worden ten uitvoer gelegd, de regeling van de voorwaardelijke invrijheidstelling daaronder begrepen, anderzijds schrijft geen rechtsregel de rechter voor daarmee wel rekening te houden. De keuze van factoren die voor de strafoplegging van belang zijn te achten, is immers voorbehouden aan de rechter die over de feiten oordeelt, terwijl die keuze geen motivering behoeft.

46
Q

Jagen

A

Voor dakdekkersverweer dient gemotiveerd te worden en een beslissing daaromtrent door de feitenrechter te worden gegeven indien die afwijkt van een dergelijk verweer.

47
Q

Straatroof of geintje

A

Het verweer van de verdachte dat het ging om een grap en nooit de telefoon van slachtoffer heeft/hebben willen stelen waaraan de verdediging de einduitspraak virjspraak eist moet worden gezien als een bewijsverweer als bedoeld in art. 359 lid 2 2e zin sv aangezien het moet worden gezien als een verweer omtrent het ontbreken van het tenlastegelegde met oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening. Het gaat hier om een ‘meer-en-vaart-verweer’. Het is een verklaring die neit tegenstrijdig is met de bewijsmiddelen maar wel met de bewezenverklaring.