Intellectueel eigendomsrecht Flashcards

1
Q

Levola/Smilde

A

Een ‘werk’ krijgt alleen auteursrechtelijke bescherming als het oorspronkelijk is en een uitdrukkingsvorm heeft die voldoende nauwkeurig en objectief geïdentificeerd kan worden.

  • Omdat smaak voedingsmiddel voornamelijk berust op subjectieve ervaringen zoals geuren en smaken, voldoet het niet aan deze criteria.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Infopaq

A

Een werk heeft een eigen oorspronkelijk karakter en met een persoonlijk stempel van de maker. De vorm mag niet ontleend zijn aan die van een ander werk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Endstra

A

ALs eis voor een werk mag niet worden gesteld dat de maker bewust een werk heeft willen scheppen, aldus dat hij bewust de intentie had om een werk te scheppen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Lancome/Kecofa

A

Een geurcombinatie kan in principe geen auteursrechtelijke bescherming toekomt, maar wel de samenstelling van een reukstof een werk in auteursrechtelijke zin kan zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

GS Media/Sanoma

A

Er was geen nieuw publiek bereikt, want iedereen had al toegang tot de foto’s. Maar er was sprake van een winst oogmerk vanuit een onrechtmatige bron wat openbaarmaking oplevert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Svensson

A

‘Is linken van een werk van een ander een openbaarmaking?’

Het plaatsen van hyperlinks naar vrij toegankelijke auteursrechtelijke beschermde werken op een andere website vormt geen ‘mededeling aan publiek’, zolang er geen nieuw publiek wordt bereikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bestwater

A

‘Is er nieuw publiek bereikt door hyperlinking?’

Hyperlink/Framen is geen openbaarmaking door het ontbreken van het bereiken van nieuw publiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Brein/FIlmspeler

A

Verkopers die actief bijdragen aan de verspreiding van auteursrechtelijk beschermde inhoud, met kennis van de illegale aard ervan en met het doel om winst te maken, kunnen worden aangesproken voor inbreuk op het auteursrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Deckmyn/Vandersteen

A

‘Waneer sprake van een parodie’

Parodie hoeft geen eigen karakter te hebben en bron hoeft ook niet vermeld te worden. Maar indien er over de streef wordt gegaan mag de maker er iets tegen doen en bovendienmag het niet commercieel gedreven zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Max Verstappen/Picnic

A

‘Sprake van portret?’

Ook als het niet hele gelaat op een portret staat is er sprake van een portret. Bluren/blokken van een gezicht legt nog meer negatieve nadruk en is ook een schending van portretrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hyster Krane

A

Wanneer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Asetek/Cooler Master

A

Het octrooi voldeed niet aan de nieuwheidsvereiste, het leek niet alsof het ene octrooi anders was dan de ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

GBT/Ajinomoto

A

Lysine als voortbrengsel dat rechtstreeks is verkregen met door de octrooien beschermde werkwijzen is niet als biologisch materiaal aan te merken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Leo Pharma/Sandoz

A

De uitspraak onderstreept dat de interpretatie van octrooiconclusies gebaseerd moet zijn op de kennis en inzichten van de gemiddelde vakman op het moment van de indiening van het octrooi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Ciba Geigy/Ote optics

A
  • De uitleg van een octrooi moet niet alleen gebaseerd zijn op de tekst van de conclusies, maar ook op de beschrijving en tekeningen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Medinol/Abbott

A

De uitleg van octrooiconclusies moet gebeuren in het licht van de
beschrijving en tekeningen, zoals begrepen door de gemiddelde vakman.

17
Q

Sara lee/Integro

A

De uitleg van octrooiconclusies moet gebeuren in het licht van de
beschrijving en tekeningen.

18
Q

MSD/Teva

A

Directe inbreuk = Wordt directe inbreuk gemaakt als hij voorziet of moet voorzien dat het door hem
vervaardigde middel welbewust wordt aangewend voor behandeling waarop het tweede medische
indicatie-octrooi ziet. Hiervoor is vereist dat de gemiddelde vakman door de bijsluiter ziet of het middel
voor behandeling geschikt is.

19
Q

Sabel/Puma

A

Gelijke of overeenstemmende tekens: Het Hof heeft bepaald dat er sprake kan zijn van inbreuk wanneer
het teken dat in conflict is met het merk, identiek is aan het merk of daar zodanig op lijkt dat verwarring bij
het publiek kan ontstaan.
Soortgelijke waren of diensten: Het Hof heeft ook vastgesteld dat de bescherming van een merk zich kan
uitstrekken tot waren of diensten die soortgelijk zijn aan die waarvoor het merk is geregistreerd. Dit betekent
dat zelfs als de waren of diensten niet identiek zijn, er nog steeds sprake kan zijn van inbreuk als er een
verwarringsgevaar bestaat.
Verwarringsgevaar: Het voornaamste criterium dat in de zaak Sabel/Puma is behandeld, is het criterium van
verwarringsgevaar. Dit houdt in dat er sprake is van inbreuk wanneer het publiek kan worden misleid of in de
war kan raken door de gelijkenis tussen het teken en het merk, met betrekking tot de herkomst van de waren
of diensten.
Inbreukmakend gebruik: Het Hof heeft ook gekeken naar de vraag of het gebruik van het teken door de
verweerder inbreuk maakt op het merk van de eiser. Hierbij wordt gekeken naar factoren zoals de aard van
de waren of diensten, de mate van bekendheid van het merk, en het gevaar voor verwarring bij het publiek.
Deze criteria zijn cruciaal gebleken voor de interpretatie en toepassing van het merkenrecht binnen de
Europese Unie, en ze zijn van belang voor het beoordelen van mogelijke inbreukzaken tussen merkhouders
en derden.

20
Q

Canon/Cannon

A

De criteria die het Hof van Justitie van de EU heeft vastgesteld in de zaak
Canon/Cannon (C-39/97) zijn:
Aard van de waren of diensten: De mate waarin de waren of diensten
vergelijkbaar zijn.
1.
Bestemming van de waren of diensten: Of ze gericht zijn op dezelfde
consumentenkring.
2.
Gebruik van het teken: Hoe het betwiste teken feitelijk wordt gebruikt.
3.
Concurrend karakter: Of het gebruik van het teken afbreuk kan doen aan de
reputatie van het bekende merk.
4.
Deze criteria helpen bij het beoordelen of er sprake is van inbreuk op een merkrecht
door een vergelijkbaar teken, zoals in de zaak Canon/Cannon, waarbij het Hof de
bescherming van het merk “Canon” bevestigde tegen het gebruik van “Cannon” door
een ander bedrijf.

21
Q

Picasso/Picaro

A

Neutralisatieleer uit de uitspraak: Het Hof erkende dat het merk “Picasso” een
breed beschermingsbereik heeft vanwege zijn bekendheid en reputatie als
kunstenaar. De neutralisatieleer werd toegepast om te beoordelen of het gebruik van
“Picaro” door het Spaanse bedrijf schadelijk kon zijn voor het exclusieve karakter van
het merk “Picasso”
, zelfs als consumenten niet direct in de war zouden raken.

22
Q

L’oreal/Bellure

A

Het Hof van Justitie oordeelde dat Bellure inbreuk maakte op de
merkrechten van L’Oréal. Het Hof benadrukte dat het gebruik van soortgelijke
geur- en smaakstoffen die een imitatie vormen van de bekende merken van
L’Oréal, de functie van herkomstaanduiding van die merken kon schaden.
De uitspraak is belangrijk omdat het Hof bevestigde dat ook indirecte
verwarring, waarbij consumenten worden misleid over de herkom

23
Q

EUIPO/Black Label

A

Het Hof van Justitie oordeelde dat EUIPO correct handelde door
de merkaanvraag voor “Black Label” te weigeren. Het Hof bevestigde dat de
bescherming van merken zich uitstrekt tot gevallen waarin er een risico op
verwarring bestaat bij het publiek, zelfs als de merken niet identiek zijn maar
wel sterk op elkaar lijken en voor vergelijkbare producten worden gebruikt.
De uitspraak benadrukt het belang van het voorkomen van
verwarringsgevaar in het merkenrecht en bevestigt de criteria voor het
beoordelen van merkaanvragen en inbreukzaken binnen de EU.

24
Q

ESS/Nivelles

A

Het Hof van Justitie oordeelde dat het doorverkopen van waren met
een merk niet automatisch inbreuk op het merkrecht vormt, tenzij er een risico
op verwarring over de commerciële herkomst van de waren bestaat. Het Hof
verduidelijkte dat het enkele doorverkopen van waren met een merk, zonder
enige wijziging of manipulatie van het merk, op zichzelf geen inbreuk op het
merkrecht vormt.
De uitspraak legt de nadruk op de noodzaak van een eerlijke handelspraktijk en
beschermt tegelijkertijd de merkhouder tegen gebruik dat verwarring kan
veroorzaken bij het publiek over de herkomst van de producten.

25
Q

Doceram/CeramTec

A

Het Hof van Justitie oordeelde dat er sprake was van inbreuk op het
merkrecht van Doceram door CeramTec. Het Hof benadrukte dat het relevante
publiek de gelijkenis tussen de tekens zou opvatten als een indicatie van een
gemeenschappelijke herkomst of economische verbondenheid tussen de producten,
wat verwarringsgevaar kan veroorzaken.
De uitspraak bevestigt het belang van de bescherming van merken tegen
verwarringsgevaar en benadrukt dat zelfs subtiele verschillen in merken kunnen
leiden tot inbreuk, als de gelijkenis bijdraagt aan het risico op misleiding van het
publiek over de herkomst van de producten.

26
Q

LR advocaten/LMR advocaten

A

De Hoge Raad oordeelde dat het hof de
juiste maatstaf had toegepast door alle relevante
omstandigheden van het geval mee te wegen bij de
beoordeling van verwarringsgevaar, inclusief de
verschillende logo’s van de kantoren.

27
Q

DOC/Dairy Partners

A

De Hoge Raad oordeelde dat bij een conflict tussen twee beschrijvende handelsnamen
enkel gekeken moet worden naar verwarringsgevaar. Er zijn geen bijkomende omstandigheden vereist
zoals eerder geformuleerd in de zogenaamde Parfumswinkel-toets van het hof Den Haag. De Hoge
Raad verwierp deze toets en benadrukte dat artikel 5 Hnw voldoende ruimte biedt om rekening te
houden met het algemene belang dat beschrijvende aanduidingen vrij gebruikt moeten kunnen
worden.
Beschermingsomvang van een handelsnaam: Een handelsnaam beschermt niet exclusief tegen het
gebruik van dezelfde of gelijkende namen, maar wel tegen verwarring bij het publiek over de
herkomst van de goederen of diensten. Dit geldt ook voor beschrijvende handelsnamen, waarbij het
onderscheidend vermogen een rol speelt bij de beoordeling van verwarringsgevaar.
Rechtsontwikkeling: De uitspraak van de Hoge Raad in deze zaak markeert een belangrijke
ontwikkeling in het Nederlandse handelsnaamrecht, waarbij de nadruk ligt op het voorkomen van
verwarringsgevaar als cruciale toetssteen, zelfs bij beschrijvende handelsnamen.

28
Q

Sakura Sushi Bar/Blue Sakura
Apeldoorn)

A

Onderscheidend vermogen: De rechtbank overweegt dat “Sakura” niet louter beschrijvend is voor
een Aziatische/Japanse horecagelegenheid, maar verwijst naar de Japanse kersenbloesem, wat
een onderscheidend element vormt.
Verschillen en context: De aard van de ondernemingen verschilt: eiseres richt zich voornamelijk op
afhaal- en bezorgdiensten, terwijl gedaagde een breder aanbod heeft en zich ook op
restaurantbezoekers richt.
Oordeel van de rechtbank:
Voorshands geoordeeld is er slechts een beperkte mate van overeenstemming tussen de
handelsnamen. Er is onvoldoende aannemelijk gemaakt dat deze beperkte overeenstemming, in
combinatie met de verschillen in aard en doelgroep van beide ondernemingen, leidt tot
verwarringsgevaar bij het publiek.

29
Q
A