spreek woord uitdrukking gezegde Flashcards

1
Q

een gegeven paard mag je niet in de bek kijken

A

niet kritisch zijn over iets wat je cadeau krijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

blaffende honden bijten niet

A

degene die het hardst roepen, zijn het minst gevaarlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in

A

iemand die iemand anders iets wil aandoen, kan er zelf slachtoffer van zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hij is in adamskostuum

A

naakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

je moet het ijzer smeden als het heet is

A

op het juiste moment kansen grijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

als de kat van huis is , dansen de muizen op tafel

A

als er geen toezicht, dan doen ze waar ze zin in hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

oude koeien uit de sloot halen

A

opnieuw iets vertellen wat vroeger is gebeurd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

er geen doekjes om winden

A

duidelijk zeggen wat je wil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de vogel is gevlogen

A

dit zeg je van iemand die niet is waar je dacht hem of haar te zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

een vogel voor de kat zijn

A

je bent een hulploos slachtoffer die niet meer geholpen kan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

een vreemde vogel

A

een raar iemand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de appel valt niet ver van de boom

A

vaak zelfde karakter als ouders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

een gat in zijn handen hebben

A

meer geld uitgeven dan je hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de beste steerlui staan aan de wal

A

iemand die zegt wat een ander moeten doen, maar zelf niks doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

nu komt de aap uit de mouw

A

nu blijkt wat werkelijk de bedoeling was

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

door dik en dun

A

iemadn helpen in moeilijke tijden

17
Q

hogen bomen vangen veel wind

A

iemand die iets belangerijk doet , krijgt veel kritiek

18
Q

advocaat van de duivel spelen

A

negatieve kant nemen van iets terwijl je er zelf niet achterstaat

19
Q

met man en macht

A

met alle hulp die er is

20
Q

het zwarte schaap

A

iemand die er niet bij hoort

21
Q

een heilig boontje

A

iemand die alsof braaf en ontschuldig doet

22
Q

een koekje van eigen deeg

A

iemand behandelen zoals hij of zij andere behandelt

23
Q

het gras is groener aan de overkant

A

bij een ander lijkt het altijd beter

24
Q

het nieuws gaat als een lopend vuurtje

A

zich snel verspreiden

25
Q

de bloemetjes buiten zetten

A

feesten

26
Q

de pot verwijt de ketel die hij zwart ziet

A

iemand beschuldigen van iets dat je zelf hebt gedaan

27
Q

onkruid vergaat niet

A

slechte leven langer dan goede mense

28
Q

met hart en ziel

A

er voor gaan

28
Q

als kers op de taart

A

het beste van het beste

29
Q

mama wond er geen doekjes om

A

waarheid vertellen

30
Q

naast je schoenen lopen

A

arrogant zijn

31
Q

de nieuwe film kan je op het witte doek bewonderen

A

bioscoop scherm

32
Q

de jager speelt met vuur

A

de regering speelde met vuur