Humor Flashcards

1
Q

Situatiehumor

A

Humor die meestal op toevallige manier ontstaat door een specifieke situatie
VB: mijn vriend glijdt uit door een bananenschil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Taalhumor

A

Humor die ontstaat door bewust van het algemene taalgebruik af te wijken
VB: is het goed als ik gras eet of wil je dat ik moskou

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ironie

A

Tegenovergestelde van wat je bedoelt of door sterk te overdrijven
VB: het regent: ideaal strand weertje!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Sarcasme

A

Manier om op een scherpe vaak gemene toon iemand belachelijk te maken door het tegenovergestelde te zeggen van wat je bedoelt

VB: een muziekleraar zegt tegen zijn leerling die vals zingt
jij bent klaar om deel te nemen aan een talentenjacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Absurde humor

A

Humor die ingaat tegen alle logica
VB: wat is het verschil tussen een vogeltje? Het middelste pootje.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Parodie

A

Grappige of spottende imitatie van iets serieus
VB: als Shakespeare WhatsApp had: Romeo waarom lees jij mijn berichten niet?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Cynisme

A

Houding waar je goede bedoelingen van een andere in betwijfel brengt ,

niet geloven dat mensen oprecht kunnen zijn

VB: waarom zou ik stemmen als ze toch allemaal zakkenvullers zijn die politici

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Zwarte humor

A

Grappen maken over serieus onderwerpen zoals de dood en ziektes
VB: eerst het goed nieuws: er zal een ziekte voor worden naar u

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly