SP begrippen herhaling Flashcards

1
Q

humane wetenschappen

A

wetenschappen die alles wat het resultaat is van menselijke activiteiten bestuderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

psychologie

A

studie van het menselijk gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

cognitief

A

wat het functioneren van het verstand betreft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

emotioneel (=affectief)

A

met betrekking tot het functioneren van de gevoelens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

fysiek

A

met betrekking tot het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

fysiologisch

A

wat de biochemische en elektrische activiteiten binnen de mens betrekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

mentaal

A

geestelijk, psychisch (cognitief, emotioneel en moreel functioneren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

moreel (=ethisch)

A

wat te maken heeft met ideeën over goed en slecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

nature

A

aangeboren en erfelijke eigenschappen die het individu al van in de baarmoeder meekrijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

normen

A

concrete gedragsregels die aangeven hoe we ons in een bepaalde situatie moeten of niet mogen gedragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

nurture

A

eigenschappen die het individu meekrijgt via de omgeving: opvoeding, onderwijs, cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ontwikkelingspsychologie

A

studie van de ontwikkeling van de mensen tijdens hun leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

sociaal

A

met betrekking tot de omgang met andere mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waarden

A

abstracte, algemene richtlijnen die uitdrukken wat in een samenleving als goed en waard om n te streven wordt beschouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

cultuur

A

de gedeelde levenswijze van een groep mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

institutie

A

maatschappelijk systeem dat waarden realiseert en doorgeeft van de ene generatie op de volgende

17
Q

sociaal handelen

A

handelen gericht op of beïnvloed door anderen

18
Q

socialisatie

A

het langdurig proces waarbij een individu een cultuur aangeleerd krijgt om zo te kunnen functioneren in de gemeenschap

19
Q

sociale positie

A

plaats binnen een groep of samenleving

20
Q

sociologie

A

de wetenschappelijke studie van het sociaal handelen en daaruit voortgekomen patronen en structuren in hun ontstaan, voortbestaan en veranderen

21
Q

empirisch

A

in de werkelijkheid getoetst en bewezen

22
Q

gevalsstudie

A

een intens en gedetailleerd onderzoek over een verschijnsel in zijn natuurlijke situatie in de hoop principes te vinden die gelden voor het fenomeen in het algemeen

23
Q

kritisch

A

durven beoordelen of de informatie klopt of de beweringen juist zijn

24
Q

literatuuronderzoek (=bronnenonderzoek)

A

verwerven van informatie aan de hand van bestaande bronnen (geen contact)

25
Q

mensenkennis (=pre-wetenschappelijke kennis)

A

persoonlijke kennis die iedereen heeft, verzameld door dagelijkse ervaringen

26
Q

objectief

A

gebaseerd op feiten, niet beïnvloed door eigen gevoel of vooroordelen

27
Q

observatie

A

informatie verzamelen en registreren door gedrag waar te nemen

28
Q

onderzoeksmethode

A

een specifieke benadering om data te verzamelen en te analyseren, zodat men de onderzoeksvraag kan beantoorden

29
Q

systematisch

A

ordelijk en samenhangend volgens een systeem

30
Q

wetenschappelijke kennis

A

geheel van kennis gebaseerd op systematisch onderzoek (objectief, kritisch, empirisch en controleerbaar)