Sollicitatiegesprek Flashcards

1
Q

Comment fixez-vous vos propres limites de travail afin d’éviter que votre charge de travail ne devienne trop lourde?

A

Hoe geeft u uw grenzen aan om te voorkomen dat de werkdruk te hoog wordt?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Quelles situations stressantes craignez-vous le plus au niveau professionnel? Comment les gérez-vous?

A

Tegen wat voor stresserende situaties ziet u op in uw werk? Hoe gaat u daarmee om?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Donnez un exemple de situation où vous avez réussi à trouver une solution orientée client

A

Geef een voorbeeld van een situatie waarin u een probleem klantgericht hebt kunnen oplossen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Comment faites-vous pour éviter les erreurs au travail? Donnez un exemple

A

Geef een voorbeeld van wat u doet om fouten te voorkomen op het werk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ou espérez-vous être dans 5 ou 10 ans?

A

Waar ziet u zichzelf over vijf of tien jaar?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ëtes-vous un meneur ou plutôt un suiveur? Expliquez

A

Bent u een leider of een volger? Leg eens uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Combien de temps pensez-vous rester chez nous?

A

Hoe lang bent u van plan bij ons te werken?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Pourriez-vous décrire une situation où vous avez dû improviser?

A

Kunt u mij een situatie beschrijven waarin u moet improviseren?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Etes-vous prêt à prester des heures supplémentaires de temps en temps?

A

Bent u bereid om van tijd tot tijd overuren te maken?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Disposez-vous d’une bonne capacité d’adaptation au changement? Pouvez-vous nous le prouver?

A

Past u zich gemakkelijk aan veranderingen aan? Waar blijkt dat uit?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Comment réagissez-vous à un feedback négatif?

A

Hoe reageert u op negatieve feedback?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Pourquoi postulez-vous pour cet emploi?

A

Waarom solliciteert u naar deze functie?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Quelles activités/tâches appréciez-vous (moins) dans votre poste actuel?

A

Welke activiteiten/taken in uw huidige baan vindt u (minder) leuk?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Je vois un trou de 6 mois dans votre CV. Pouvez-vous l’expliquer?

A

Ik zie een gat van zes maand in uw CV. Kunt u dat eens toelichten?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Comment pensez-vous compenser votre manque d’expérience?

A

Hoe compenseert u uw gebrek aan ervaring? (letterlijk : hoe denkt u uw gebrek aan ervaring te compenseren?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Que pensez-vous que contient cette fonction?

A

Wat denk je dat deze functie inhoudt?

17
Q

Quels sont vos points forts/faibles?

A

Wat zijn jouw sterke/ zwakke kanten?

18
Q

Qu’est ce que fait que vous êtes apte pour ce poste?

A

Wat maakt jou geschikt voor deze functie?

19
Q

Pourquoi devrions-nous vous engager pour cet emploi?

A

Waarom zouden we juist jou moeten aannemen voor deze baan?

20
Q

Avez-vous d’autres questions?

A

Heb jij nog vragen?

21
Q

Quel est le dernier projet que vous avez réalisé et a-t-il réussi ?

A

Wat is het laatste project dat je hebt uitgevoerd en was het succesvol?

22
Q

Quelle est la plus grosse erreur que vous ayez jamais commise au travail et comment l’avez-vous corrigée ?

A

Wat is de grootste fout die je ooit op je werk hebt gemaakt en hoe loste je het weer op?

23
Q

Quelle est la décision la plus difficile que vous ayez prise durant ces deux dernières années ?

A

Wat is de zwaarste beslissing die je in de afgelopen twee jaar hebt gemaakt?

24
Q

Combien étiez-vous payé avec les employeurs précédents ?

A

Wat kreeg je bij vorige werkgevers betaald?

25
Q

Quelle culture d’entreprise vous convient ?

A

Wat voor bedrijfscultuur past bij jou?