Business phrases Flashcards
Quelles langues avez-vous apprises à l’école?
Welke talen hebt u op school geleerd?
Parlez-vous d’autre(s) langue(s)?
Spreekt u verder nog andere talen?
Etes-vous disposé à apprendre une autre langue?
Bent u bereid om een andere taal bij te leren?
Comment entretenez-vous vos connaissances linguistiques?
Hoe houdt u uw talenkennis op peil?
Comment fixez-vous les priorités dans votre travail?
Hoe stelt u prioriteiten in uw werk?
Avez-vous une vie sociale active?
Hebt u een druk sociaal leven?
Pourquoi pensez-vous que nous devrions retenir votre candidature?
Waarom denkt u in aanmerking te kunnen komen voor deze functie?
Qu’attendez-vous de ce poste?
Wat verwacht u van deze baan?
Dans quelles mesures pensez-vous pouvoir contribuer à la réalisation de nos objectifs?
Hoe denkt u te kunnen bijdragen aan onze doelstellingen?
Pouvez-vous décrire une situation dans laquelle vous avez reçu un feedback sur une faute que vous aviez commis. Comment avez-vous réagi à ce moment-là?
Kunt u een situatie beschrijven waarin u feedback kreeg over een fout die u zelf had gemaakt. Hoe hebt u toen gereageerd?
Que savez-vous de notre entreprise?
Wat weet u over ons bedrijf?
Pouruoi postulez-vous pour cette fonction?
Waarom solliciteert u naar deze functie?
Etes-vous actuellement en train de postuler à d’autre endroit?
Ben u momenteel bij andere bedrijven aan het solliciteren?
Que pensez-vous de votre employeur et collègues actuels?
Wat denkt u over uw huidige/vorige werkgever en collega’s?
Pourquoi avez-vous changé tant de fois d’employeur?
Waarom ben u zo vaak van werkgever veranderd?