sociale zekerheid algemeen Flashcards
definitie sociaal zekerheid
geheel van maatregelen en instellingen met als doel voor elke burger voldoende bestaansmiddelen te waarborgen op het ogenblik dat hun bestaanszekerheid ten gevolge van bepaalde risico’s wordt bedreigd
4 basiskenmerken van sociale zekerheid
1 solidariteit
ook als je niet ziek bent draag je bij (sparen voor collectiviteit)
iedereen draagt bij volgens hun kunnen
2 verplicht systeem
je hebt geen keuze= iedereen draagt bij
3 gekoppeld aan bijdrage van de actieve bevolking
wordt gekoppeld aan werkende mensen
eerst een periode bijdragen voordat je kan benutten
4 rechthebbenden moeten aan bepaalde voorwaarden voldoen
voor een pensioen moet je voldoen aan, lange periode gewerkt hebben
kinderbijslag, kinderen hebben
sociale zekerheidsstelsels voor
werknemers = alleen deze wordt besproken
zelfstandigen = minst beschermd
ambtenaren = hoger pensioen
sociale bijstand basiskenmerken:
- residuair systeem = vangnet voor vangnet (bv. leefloon)
- gefinancierd via belastingen
geen band met arbeid (doet er niet toe of je werkt of niet) - onderzoek van de bestaansmiddelen = (bv. huis geërfd)
sociale risico’s
zaken die zich voordoen, die een bedreiging vormen voor de bestaanszekerheid van een persoon
2 soorten sociale risico’s:
gebeurtenissen die beletten dat je een normaal inkomen kan hebben
bv. ziekte, werkeloosheid, ongeval,…
= vervangingsinkomen
gebeurtenissen die zorgen voor hogere uitgaven en lagere levensstandaarden ( meer kosten, zorgt voor mindere levenstanddaard)
bv. kinderen krijgen
= aanvullend inkomen
1 werkloosheid
2 ziekte- en invaliditeitsverzekering
3 rust- en overlevingspensioen
4 jaarlijkse vakantie
5arbeidsongevallenverzekering: beroepssfeer
6 beroepsziekteverzekering: beroepssfeer
7 gezinsbijslag: geen vlaamse materie dus niet in sociale zekerheid
sociale bijstand
- maatschappelijke integratie (leefloon)
- tegemoetkomingen voor personen met een handicap
- gewaarborgde gezinsbijslag
inkomensgarantie voor ouderen
soorten prestaties
prestaties gericht op preventie
geven preventie: zwangerschapsverlof, controle tandarts krijg je terugbetaald,…
prestatie gericht op herstel van de schade
gevallen: been behandelen tot genezing
prestatie gericht op vergoeden van de schade
Bv. vervanginkomen doordat je werkgever je heeft ontslaan (schade is ontslaan en geen loon meer hebben)
ontstaan en evolutie van sociale zekerheid
oudste vorm: de familie
19de eeuw:
industrialisering en ontstaan arbeidersproletariaat (armen die niets hebben en in fabrieken werken, werkende klasse via loonarbeid)
eind 19de eeuw: werkende
door protest ontstaat er een zekere vorm van sociale zekerheidsrecht
er komt een eerste verplichte bijdrage op het loon
ziekte, arbeidsongeval en pensioen komen hier aanbod
iedereen een basisinkomen garanderen (iedereen krijgt iets, ook de niet actieve bevolking)
was veel te laag om van te leven,met als gevolg dat de mensen zichzelf nog moesten verzekeringen ( tegen ziekte, arbeidsongevallen,..)
jaren 70’:
economische crisissen
bv. oliecrisis
demografische veranderingen
grotere bevolking + toenemende vergrijzing (ouderen leven te lang en dragen te weinig bij aan de pot)
kosten werden onderdrukt door besparingen om de pot te vullen
er werd ingezet op activering van de werkloosheid
teveel activeren zorgt voor verleggen van probleem (mensen zien activering niet zitten en vallen op ziekteverzekering ipv werkloosheid)
financiering van sociale zekerheid
bijdragen op de lonen:
werkgeversbijdragen
werknemersbijdragen
= meer belasting betalen
overheidssubsidies
verplichtingen van de werkgever:
volledige verantwoordelijkheid
aansluiting en schrapping als werkgever (KBO nummer (nummer bij kruispuntbank))
dimona= aangifte: inschrijven dat je ergens in het werken bent (moet elke dag gebeuren)
DmfA= aangifte: hoeveel de persoon in kwestie verdiend (hoeveel uur)
limosa= aangifte: idem als dimona, alleen voor buitenlands personeel
betaling van bijdragen (sociale zekerheid betalen)
structuur van rijksdienst sociale zekerheid (RSZ)
centraal inningsorganisme = grote pot
berekent en int alle bijdragen
centraliseert alle inkomsten en herverdeelt ze over de verschillende sociale parastatalen
de sociale parastatalen
controleren of iemand voldoet aan de voorwaarden en betalen deze uit aan de rechthebbende
uitbetaling gebeurt soms door aparte uitbetalingsinstelling en de andere keren door de parastatalen zelf
per tak van de sociale zekerheid, is er een parastataal
structuur van rijksdienst sociale zekerheid (RSZ)
RIZIV= rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering
=zieken
RVA= rijksdienst voor arbeidsvoorzieningen
=werklozen
FPD= federale pensioendienst
= gepensioneerden
RJV= rijksdienst voor jaarlijkse vakantie
= arbeiders
FEDRIS= federaal agentschap voor beroepsrisico’s
= slachtoffer beroepsrisico’s