sociale psychologie h9 Flashcards
1
Q
invloed groep op gedrag individu
A
- rollen
- statusverschillen
- normen
- groepscohesie beinvloed leden
2
Q
Fasilitatie theorie
A
arousal waardoor dominante response wordt gefaciliteerd.
3
Q
social loofing
A
lummelen of terwijl motivatie verlies
- free-rider : meeliften
- sucker-effect : motivatie verlies omdat je bang bent dat anderen gaan meeliften
4
Q
- defectieve keuze
- coöperatieve keuze
A
- keus in eigen belang
- keus in groeps/maatschappelijk belang
5
Q
groepspolarisatie
A
discussie zorgt dat meer leden in extreme mate aanvankelijke mening aan houden.
6
Q
- riskyshift
- cautiousshift:
A
- groep neigt naar weinig risico en veiligheid
- groep neigt naar het nemen van veel risico
7
Q
groepsdenken
A
bereiken van consensus groter dan rationeel goede uitkomst.
- need to belong
- informationeel conformisme: oordeel ander gebruiken voor eindoordeel.
- pluralistic ignorance: je kijkt naar wat anderen doen.
8
Q
Confirmation bias
A
neiging informatie te zoeken die eigen denken bevestigen.
9
Q
sociale vergelijkingstheorie
A
mensen zijn gemotiveerd om de juistheid van hun meningen en prestaties te vergelijken met anderen.
10
Q
- sociale identiteitstheorie
- distictiviteitstheorie
A
- lid zijn van een groep wordt deel van zelfbeeld.(meren bij wisselen)
- ergens bijhoren maar ook uniek zijn.
11
Q
normatieve conformisme
A
bevestiging van de norm
