sociale psychologie h1 Flashcards
1
Q
Interpretatie van de situatie
A
- betekenisgeving (invullen)
- cognitieve efficiëntie (filteren)
- motivationele vertekening (wens)
- automatische reactie (embodiment)
2
Q
Sociale constructie v/d werkelijkheid
A
werkelijkheid - interpretatie - gedrag - werkelijke situatie
3
Q
fundamentele attributiefout
A
vanuit gaan dat gedrag correspondeert met persoonlijke eigenschappen. (makkelijk, context niet zien)
bijv. stom persoon maar misschien slechte humeur door slechte nachtrust.
4
Q
cognitieve dissonantie
A
vervelend gevoel : tegenstelling gedachtes
Je hebt iets gedaan waar je eigenlijk niet achterstond..
5
Q
sociaal psychologisch perspectief
A
- kracht van situatie
- interpretatie van situatie
- onderschatten kracht situatie
6
Q
induced compliance
A
onbewust invloed op je uitgeoefend vaak bij keuze vrijheid.