Sociaal-emotionele Ontwikkeling Flashcards
Sociaal-emotionele ontwikkeling
De ontwikkeling van het vermogen om te kunnen omgaan met je eigen emoties en met die van anderen.
Kenmerken van sociaal-emotionele ontwikkeling van een baby
- temperament
- makkelijk temperament
- langzame starters
- moeilijk temperament
- ik-besef
- emoties bij baby’s
Temperament
Het temperament zegt iets over de manier waarop een persoon zijn emoties uit.
Makkelijk temperament
Deze kinderen huilen weinig en passen zich gemakkelijk aan de omstandigheden aan. Ze reageren over het algemeen positief op hun omgeving.
Langzame starters
Dit zijn makkelijke kinderen zolang alles volgens plan en regel verloopt, wordt daarvan afgeweken, dan hebben ze daar moeite mee en uiten ze dat.
Moeilijk temperament
Deze kinderen huilen veel, zijn snel overprikkeld en reageren afwerend of negatief op nieuwe situaties. Ze vragen veel aandacht en gedragen zich meer negatief
Ik-besef
Een baby heeft nog geen ik-besef
Emoties bij baby’s
Baby’s laten nog maar een beperkt aantal emoties zien. Ze uiten hun emoties vooral bij ongenoegen ( huilen ) en bij genoegen ( lachen )
Kenmerken van sociaal-emotionele ontwikkeling van een peuter ( 2 tot 4 jaar )
- richt zijn expressie op soortgenoten
- imiteert sociaal gedrag
- uitstellen van behoeftes
- ontdekt dat hij een eigen persoon is
- koppigheidsfase ( peuter pubertijd )
- ontdekt dat zijn daden invloed hebben ( vorming van geweten )
- emoties bij peuters
Richt zijn expressie op soortgenoten
Tussen 2 en 3 jaar is er vooral veel ruzie over speelgoed, omdat het kind het op deze leeftijd lastig vind om dingen te delen .
Imiteert sociaal gedrag
Kinderen leren regels maken en regels accepteren. Ze leren om iets uit te leggen en om zich te verplaatsen in de rol van de ander.
Uitstellen van behoeftes
Peuters zijn steeds beter in staat om zichzelf en hun behoeftes te beheersen. Bovendien neemt het besef toe dat een beloning vaak geduld en enige inspanning vraagt.
Ontdekt dat hij een eigen persoon is
Een peuter ontdekt steeds meer verschillen tussen mensen, bijvoorbeeld het verschil tussen volwassenen en kinderen. Kinderen van 3 jaar weten dat ze een jongen of een meisje zijn en dat ze in een gezin thuishoren
Koppigheidsfase ( peuterpubertijd )
De koppigheidsfase is een periode waarin de peuter vooral dwars wil liggen. Alles wordt met nee beantwoord ook als het kind ja bedoeld. Bovendien is het kind eigenwijs en wil alles zelf doen.
Ontdekt dat zijn daden invloed hebben ( vorming van het geweten )
Een peuter voelt zich pas schuldig als hij betrapt wordt, maar beseft wel steeds beter dat zijn gedrag gevolgen heeft voor een ander.
Emoties bij peuters
Peuters zien steeds beter het verschil en het verband tussen de eigen emoties en die van anderen. Ze kunnen nog niet zo goed met eigen gevoelens omgaan.