Sensomotorische Ontwikkeling Flashcards

1
Q

Sensomotorische ontwikkeling

A

Lichamelijke ontwikkeling is niet alleen de ontwikkeling van beweging ( motorisch ), maar ook de ontwikkeling van de zintuigen ( senso ). Binnen de (senso) motorische ontwikkeling wordt onderscheid gemaakt tussen grove en fijne motoriek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sensomotorische ontwikkeling van een baby 0-2 jaar

A

In deze leeftijdsfase vinden de grootste veranderingen plaats op motorisch gebied. De lichamelijk ontwikkeling is al 9 maanden bezig, maar na de geboorte gaat deze ontwikkeling in een hoog tempo verder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kenmerken van de sensomotorische ontwikkeling van een baby

A
  • van reflex naar doelbewust bewegen
  • van boven naar beneden
  • van dichtbij naar veraf
  • van grof naar fijn
  • oog-handcoördinatie
  • ontwikkeling van de zintuigen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Van reflex naar doelbewust bewegen

A

De baby reageert eerst automatisch op prikkels vanuit zijn omgeving en dus niet bewust. De bewegingen worden steeds meer bewust.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Van boven naar beneden

A

De spieren dicht bij de hersenen ontwikkelen zich het eerst, bijvoorbeeld: hoofdje optillen en draaien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Van dichtbij naar veraf

A

De spieren dicht bij de romp worden als eerst ontwikkeld, bijvoorbeeld: een baby kan eerder zijn armen gericht bewegen dan zijn vingers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Van grof naar fijn

A

Grove bewegingen ontwikkelen zich eerder dan fijne bewegingen, bijvoorbeeld: een baby kan eerder met zijn armen iets wegslaan, dan dat het met zijn hand iets gericht kan pakken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Oog-handcoördinatie

A

Het doelbewust bewegen wordt zichtbaar, wanneer een baby met zijn handen dingen kan doen wat zijn ogen zien. Als eerst gebeurd dit met de hele hand rond het tweede levensjaar met een pincet greep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Pincetgreep

A

Het kan dan een voorwerp tussen duim en wijsvinger vastpakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ontwikkeling van de zintuigen

A

Via de zintuigen komt informatie binnen. De zintuigen werken bij de geboorte nog niet helemaal. Een baby ziet in het begin alleen nog maar verschil tussen licht en donker en ziet vooral omtrekken van dingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kenmerken van sensomotorische ontwikkeling van een peuter

A
  • ontwikkeling grove motoriek
  • zindelijk worden
  • nadruk ligt op betere hand- en heenmotoriek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ontwikkeling grove motoriek

A

Grove motoriek is alles wat je doet met je ledematen ( armen en benen ). Bijvoorbeeld schoppen, gooien of klimmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Zindelijk worden

A

Tussen de twee en vier jaar wordt een kind zindelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Nadruk ligt op betere hand- en beenmotoriek

A

Een peuter wil zijn motorische vaardigheden steeds vergroten en doet dit vooral door uit te proberen. Met klimmen en klauteren op dingen die daar in eerste instantie niet voor bedoeld zijn, ervaart hij zijn eigen grenzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Sensomotorische ontwikkeling van een kleuter

A

Kleuters kunnen hun lichaam steeds beter beheersen. Ze worden behendiger en krijgen meer lichaamskracht. Hun grove motoriek breidt zich uit. Ze kunnen bijvoorbeeld hinkelen of op 1 been staan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Fijne motoriek

A

Fijne motoriek bestaat uit alle bewegingen met de handen en vingers. Er wordt veel geoefend met tekenen, knippen, vouwen en prikken.

17
Q

Lichaamsbouw kleuter

A

De lichaamsbouw van een kleuter kenmerkt zich door een bolle, naar voren gestoken buik. De romp is lang en rond ten opzichte van de armen en benen.

18
Q

Lichaamsbouw peuter

A

Het lijf wordt slanker, de armen en benen langer en de wat mollige vormen van de kleuter verdwijnen. De spierkracht neemt toe en de grove en fijne motoriek ontwikkelen zich verder

19
Q

Kenmerken van seksuele/sensomotorische ontwikkeling van de puber

A
  • de lichaamsbouw en lichaamssamenstelling verandert
  • seksuele ontwikkeling/ontwikkeling van seksueel gedrag
20
Q

De lichaamsbouw en lichaamssamenstelling verandert

A

Hormonale veranderingen zorgen voor haargroei, zowel onder de oksels als in de schaamstreek. Bovendien doen zich veranderingen voor in de lichaamsbouw. Meisjes krijgen bijvoorbeeld bredere heupen en jongens bredere schouders en een zwaardere stem.

21
Q

Menarche

A

Menstruatie

22
Q

Genitaliën

A

Geslachtsorganen

23
Q

Testes

A

Ballen

24
Q

Scrotum

A

Balzak

25
Q

Seksuele/sensomotorische ontwikkeling van seksueel gedrag

A

Aan het begin van de puberteit is het overgrote deel van de pubers al in fantasie met seks bezig.