smaakonderwijs deel 2 Flashcards

1
Q

Waar worden schimmels vaak voor gebruikt?

A

Voor het breiden van kaas en wijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar worden gisten vaak voor gebruikt?

A

Voor de bereiding van brood en bier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waarvoor kunnen melkzuurbacteriën en rol spelen?

A

Bij de bereiding van yoghurt en zuurkool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar zorgen bacteriën voor?

A

Voor de afbraak van kadavers en dode plantenresten of voor de reiniging van oppervlaktewater

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar zorgen micro-organismen voor?

A

Zorgen voor de aanmaak van stoffen die het product een bepaalde smaak, geur of andere eigenschappen geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bij hoeveel graden worden schimmels vernietigd?

A

100 graden of meer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe veranderen koolhydraten in alcohol en kooldioxide?

A

Door vergisting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Is vergisting altijd goed?

A

Nee, het is bij sommige producten niet goed. Het kan bacteriën in de darmflora geven of het veroorzaakt voedselinfectie/voedselvergiftiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat veroorzaakt voedselbederf?

A

Schimmels, bacteriën en gisteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe herken je voedselbederf?

A
  • Het uiterlijk verandert
  • Het product krijgt een andere smaak
  • Het krijgt een andere geur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is er anders aan ziekteverwekkende bacteriën?

A

Ze kunnen voorkomen in voedsel zonder merkbare afwijkingen in de geur of smaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem een ziekteverwerkend bacterie in gevogelte en vis?

A

Salmonella

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de gevolgen van salmonella?

A

Braken, diarree en rillingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem een darmbacterie?

A

E. Coli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe wordt E. Coli verspreid?

A

Niet goed handen wassen na toiletbezoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Huid en neusbacterie

A

Staphylocoques aureus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe wordt staphylocoques aureus verspreid?

A

Verspreid o.a. door verkoudheid en griep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Bacterie dat via stilstaand water, botulisme en blikconserven kan worden opgelopen?

A

Clostridium botulinum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe wordt clostridium botulinum verspreid?

A

O.a. door blauwalg, sloten en rivieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is het verschil tussen voedselinfectie en voedselvergiftiging?

A

De incubatietijd duurt bij een voedselinfectie veel langer dan bij een voedselvergiftiging. Bij een voedselvergiftiging reageert het lichaam heftiger en sneller

21
Q

Wat kan je allemaal zien op Horeco?

A

Tempuurlijsten, schoonmaaklijsten, ontvangst, opslag, bereiding, recepten en calculatie

22
Q

Waarvoor is de rode snijplank?

A

Rundvlees

23
Q

Waarvoor is de groene snijplank?

A

Groente

24
Q

Waarvoor is de blauwe snijplank?

A

Vis

25
Q

Waarvoor is de gele snijplank?

A

Kip en varkensvlees

26
Q

Waarvoor is de witte snijplank?

A

Brood

27
Q

Waarvoor is de zwarte snijplank?

A

Demonstratie

28
Q

Wat spelen naast voeding en vocht een belangrijke rol bij micro-organisme?

A

Tempratuur, tijd, zuurstof en zuurgraad

29
Q

Wat zijn de belangrijkste voedingsstoffen voor micro-organismen?

A

Water, eiwitten, koolhydraten, mineralen en vitaminen

30
Q

Waar bestaan micro-organismen voor 85% uit?

A

Water

31
Q

Hoe snel deelt een bacterie zich in de meest ultieme omstandigheden?

A

Binnen twintig minuten

32
Q

Hoeveel nakomelingen kan een bacterie voortbrengen in acht uur bij een temperatuur van 30-37 graden celsius?

A

Zo’n 16.000.000 bacteriën

33
Q

Tussen welke graden ontwikkelt micro-organisme zich?

A

Tussen de 5 en 65 graden, met als beste temperatuur 35 graden

34
Q

Hoeveel graden moet de koelkast zijn?

A

Tussen de 0 en 5 graden

35
Q

Op welke graden moet je eten warm houden?

A

Temperatuur boven 65 graden

36
Q

Wat zijn aerobe micro-organismen?

A

Micro-organismen die zuurstof nodig hebben om te leven

37
Q

Wat zijn anaerobe micro-organismen?

A

Micro-organismen voor wie zuurstof giftig is

38
Q

Wat zijn de micro-organismen die meestal verantwoordelijk zijn voor het bederf in de koeling?

A

Aerobe of zuurstof minnende micro-organismen

39
Q

Hoe houd je voedingsmiddelen langer goed in de koeling?

A

Vacuum opslaan

40
Q

Wat zijn de twee voorwaarden voor het goed vacuum opslaan?

A
  • Hermetisch afsluiten

- Constante temperatuur van tussen de 0-2 graden

41
Q

Wat zijn de 6 levensvoorwaarden voor micro-organismen?

A
  1. Voedingsstoffen: koolhydraten, eiwitten, vetten
  2. Vocht: hydrolyse van vis en vlees
  3. Tijd: per 20 min celdeling
  4. Temperatuur: gevarenzone, dus tussen de 5 en 65 graden
  5. Zuurstof: aeroob, anaeroob
  6. Zuurgraad/pH: marineren, confijten
42
Q

Welk voedsel heeft een uitzondering op de norm van 75 graden?

A
  • Rood spiervlees, biefstuk en tournedos

- Spiegelei en zachtgekookt ei

43
Q

Wat is regenereren?

A

Het verwarmen

44
Q

Wat is een anafylaxie?

A

Ernstige, levensbedreigende reactie van het hele lichaam

45
Q

Wat zijn de 14 allergenen?

A
Eieren
Gluten
Lupine (van de bloem)
Melk, inclusief lactose
Mosterd
Noten (hazelnoten, walnoten, cashewnoten, pecannoten, amandelen, pistachenoten, paranoten en macadamianoten)
Pinda
Schaaldieren
Selderij
Sesamzaad
Soja
Sulfiet > 10 mg/ kg (kan in conserveermiddelen zitten als gevolg van fermentatie)
Vis
Weekdieren
46
Q

Wat zijn drie allergenen die een allergische reactie kunnen veroorzaken?

A
  1. Food allergenes (komen binnen via eten)
  2. Inhalation Allergenen (bijvoorbeeld het inademen van pollen)
  3. Contact allergenes (lichaamscontact, bijvoorbeeld cosmetica)
47
Q

Wat is een allergie?

A

Reactie van het immuunsysteem

48
Q

Wat is een intolerantie?

A

Lichaam reageert bij een bepaalde substantie