Significantie en relevantie van resultaten Flashcards

1
Q

type 1 fout

A

nulhypothese is waar, maar bij toeval is er een extreme uitkomst in de steekproef gevonden
- als de nulhypothese klopt, maar de waarheid is dat er geen verschil is tussen de groepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

type 2 fout

A

nulhypothese is niet waar, maar er is toch een waarde onder de nulhypothese omdat hij niet zo extreem is
- steekproef is te klein, er is wel een verschil tussen groepen

grote kans bij te weinig power

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

poweranalyse

A

hoeveel deelnemers er nodig zijn zodat de kans op een type 2 fout zo klein mogelijk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly