Significantie en relevantie van resultaten Flashcards
1
Q
type 1 fout
A
nulhypothese is waar, maar bij toeval is er een extreme uitkomst in de steekproef gevonden
- als de nulhypothese klopt, maar de waarheid is dat er geen verschil is tussen de groepen
2
Q
type 2 fout
A
nulhypothese is niet waar, maar er is toch een waarde onder de nulhypothese omdat hij niet zo extreem is
- steekproef is te klein, er is wel een verschil tussen groepen
grote kans bij te weinig power
3
Q
poweranalyse
A
hoeveel deelnemers er nodig zijn zodat de kans op een type 2 fout zo klein mogelijk is