Sentebces 2 Flashcards
1
Q
What do you love?
A
Waar houd je van?
2
Q
What do you like?
A
wat vind je leuk?
3
Q
What do you do in your free time?
A
Wat doe je in je vrije tijd?
4
Q
Tonight i go to dance class
A
Vanavond ga ik naar dansles.
5
Q
Would you like to go?
A
Heb je zin om mee te gaan?
6
Q
That is not for me
A
Dat is niets voor mij.
7
Q
You talk about me?
A
Praten jullie over mij?
8
Q
I really like to do it and i practice every day
A
Ik vind het heel leuk om te doen en ik oefen elke dag.
9
Q
What does Peter like?
A
Wat doet Peter graag?
10
Q
What Carla does not like?
A
Wat vindt Carla niet leuk?
11
Q
He eats pizza tonight
A
Hij eet vanavond pizza
12
Q
Tonight he eats pizza
A
Vanavond eet hij pizza
13
Q
What is your hobby?
A
wat is je hobby?