Se présenter Flashcards
L’adresse
Het adres
Le cinéma
De bioscoop
L’étranger
Het buitenland
À l’étranger
Naar het buitenland
Le centre
Het centrum
L’événement
Het evenement
Le lieu de naissance
De geboorteplaats
La date de naissance
De geboortedatum
Facile
Gemakkelijk
Le hobby
De hobby
La première rencontre
De kennismaking
Le choix
De keuze
Le professeur de secondaire
De leraar
La leçon
De les
Le membre d’un groupe
Het lid
Difficile
Moeilijk
Le nom
De naam
Le voyage
De reis
Le jeu
Het spel
Le job étudiant
De studentenjob
Le sport
De sport
Le basketball
Het basketbal
La danse
Het dansen
Le cyclisme
Het fietsen
Le ski
De ski
Le tennis de table
Het tafeltennis
Le tennis
Het tennis
Le football
Het voetbal
Le volleyball
Het volleybal
Les connaissances linguistiques
De talenkennis
Le numéro de téléphone
Het telefoonnumer
Les vacances
De vakantie
Aller en vacances
Op vakantie gaan
Le prénom
De voornaam
L’ami
De vriend
L’amie
De vriendin
Le temps libre
De vrije tijd
Le temps libre
De vrije tijd
Terminer ses études, obtenir son diplôme
Afstuderen
Faire du sport
Sporten
Papoter, discuter
Babbelen
Répondre à une question
Een vraag beantwoorden
Écouter (quelque chose)
Beluisteren
Décider de
Besluiten, beslissen
Discuter de quelque chose
Spreken over, bespreken
Être occupé
Bezig zijn
Remercier
Danken
Danser
Dansen
Faire
Doen
Boire un verre
Een glassje drinken
Faire du vélo
Fietsen
Aller
Gaan
Comment allez-vous ?
Hoe gaat het met je ?
Être né
Geboren zijn
Saluer
Groenten
S’appeler
Heten
Avoir besoin de quelque chose
Nodig hebben
Faire du jogging
Joggen
Faire connaissance
Kennismaken met
Choisir
Kiezen
Bricoler
Knutselen
Venir de
Komen uit
Lire
Lezen
Écouter
Luisteren
Fabriquer, faire
Maken
Rencontrer
Ontmoeten
Recevoir
Ontvangen
Téléphoner
Opbellen, telefoneren
Organiser
Organiseren
Voyager
Reizen
Courir
Rennen
Cohabiter, vivre avec quelqu’un
Samenwonen met
Jouer
Spelen
Étudier, faire des études de…
Studeren
Dessiner
Tekenen
Jouer au tennis
Tennissen
Rester à la maison
Thuisblijven
Préférer
Verkiezen
Présenter, proposer
Voorstellen
Se promener
Wandelen
Habiter
Wonen
Se présenter
Zich voorstellen
Je me présente
Ik stel me voor
Avoir envie de
Zin hebben in
Bientôt
Binnenkort
C’est pourquoi
Daarom
Trilingue
Drietalig
Cher
Duur
Dynamique
Dynamisch
Unique
Enig
Bon marché
Goedkoop
Peut-être
Misschien
Entre-temps
Ondertussen
Environ
Ongeveer
Magnifique
Prachtig
Spijtig genoeg
Malheureusement
Straks
Tantôt, tout à l’heure
Bilingue
Tweetalig
Excellent
Uitstekend
Aujourd’hui
Vandaag
Loin de
Ver van
Plus loin
Verder
Près de
Dichtbij
À temps
Op tijd
En vacances
Op vakantie
Depuis (Since en anglais)
Sinds
Depuis (for en anglais)
Al
