Recherches personnelles Flashcards
1
Q
Distrait
A
Verstrooid
2
Q
La chance
A
Het geluk, het kans
3
Q
La poule
A
De kip
4
Q
Réussir
A
Slagen
5
Q
Partir
A
Vertrekken
6
Q
Mélanger, confondre
A
Door elkaar halen
7
Q
J’avais tout mélangé !
A
Ik heb alles door elkaar gehaald !
8
Q
S’ennuyer
A
Vervelen