Schritt 1 T/M 7 Flashcards
Der Anzug
Die Anzüge
Het pak, de pakken
Sich amüsieren
Plezier hebben
Anhaben
Aanhebben
Besonderes
In het bijzonder
Besser
Beter
Der Blumenstrauß
Die Blumensträuße
De bos bloemen
Die braut
De bruid
Der Bräutigam
De bruidegom
Die Ehe
Het huwlijk
Eigentlich
Eigenlijk
Einladen
Uitnodigen
Die Feier
Die Feiern
Het feest
De feesten
Feiern
Vieren
Der Fotograf
Die Fotografen
De fotograaf
De fotografen
Die Frisur
Die Frisuren
Het kapsel
De kapsels
Der Gast
Die Gäste
De gast
De gasten
Gemeinsam
Samen
Gemütlich
Gezellig
Der Glückwunsch
Die Glückwünsche
De felicitatie
De felicitaties
Häufig, oft
Vaak
Seine Freundin heiraten
Met zijn vriendin trouwen
Die Hochzeit
De bruiloft
Kaum
Nauwelijks
Kriegen
Krijgen
Die Kutsche, die Kutschen
De koets, de koetsen
Lust haben auf (4+)
Zin hebben in
Normalerweise
Normaal gesproken
Peinlich
Pijnlijk, gênant
Regelmäßig
Regelmatig
Schminken
Opmaken
Der Schmuck
De sieraden
Stolz
Trots
Verrückt
Gek
Der Wunsch, die Wünsche
De wens, de wensen
Wünschen
Wensen
Abhängen
Afhangen
Es hängt davon ab
Het hangt er vanaf
Allein
Alleen
Sich ärgern
Zich irriteren
Beenden
Beëindigen
Begeistert
Entousiast
Beide
Allebei
Betrügen
Bedriegen
Die Beziehung, die Beziehungen
De relatie, de relaties
Ehrlich
Eerlijk
Die Eifersucht
De jaloezie
Eifersüchtig
Jaloers
Einsam
Eenzaam
Enttäuschen
Teleurstellen
Die Enttäuschung
Die Enttäuschungen
De teleurstelling, de teleurstellingen
Fühlen
Voelen
Das Geheimnis, die Geheimnisse
Het geheim, de geheimen
Geschieden
Gescheiden
Hassen
Haten
Heimlich
Stiekem
Hübsch
Knap (uiterlijk)
Der Kuss, die Küsse
De kus
Küssen
Kussen
Die liebe
De liefde
Die Lüge, die Lügen
De leugen, de leugens
Lügen
Liegen
Das Paar, die Paare
Het stel, de stellen
Sich scheiden lassen
Scheiden
Schluss machen
Het uit maken
Treu
Trouw
Unarmen
Omhelzen
Verabredet sein
Een afspraak hebben
Verlieren
Kwijtraken
Vermissen
Missen
Verstehen
Begrijpen
Vorbei
Afgelopen
Die Tatsache
Het feit
Je…desto
Hoe, hoe
Zudem
Bovendien
In Bezug auf
Met betrekking tot
Es sei denn
Tenzij
Die Voraussetzungen
De voorwaarden
De Unterschrift
De handtekening
Die Anlage
De bijlage
Die Sprachkenntnisse
De talenkennis
Der Lebenslauf
Het cv
Der Abfall
Het vuilnis
Der Abfalleimer
De vuilnisemmer
Abgeben
Inleveren
Anmachen
Aandoen (apparaat)
Aufstehen
Opstaan
Ausfüllen
Invullen
Ausmachen
Uitdoen (apparaat)
Beachten
In acht nemen, zich houden aan
Beleidigen
Beledigen
Bitten (4+)
Verzoeken
Drinnen
Binnen
Die Durchsage, die Durchsagen
De omroep, de omroepen
Erlauben
Toestaan
Die erlaubnis
De toestemming
Früh
Vroeg
Gegen
Tegen
Frech
Brutaal
Höflich
Beleefd
Der lärm
Het lawaai
Tauschen
Ruilen
Das taschengeld
Het zakgeld
Laufen
Lopen
Die Süßigkeiten
Het snoep
Sowohl…als auch
Zowel….als ook…..
Putzen
Schoonmaken
Sodass
Zodat
Rauchen
Roken
Sobald
Zodra
Schwimmen
Zwemmen
Sauber
Schoon
Rad fahren
Fietsen
Die pommes frites
De patat
Schmutzig
Vies
Obwohl
Hoewel
Verbieten
Verbieden
Nützlich
Nuttig
Nachdem
Nadat
Das verbot
Die verbote
Het verbod
Das mittagessen
De lunch
Mitmachen
Meedoen
Die meinung, die Meinungen
De mening
Klettern
Klimmen
Versprechen
Beloven
Die Klassenfahrt
Het schoolreisje
Jedoch
Echter
Tagsüber
Overdag
Inzwischen
Ondertussen
Die insel, die inseln
Het eiland
Duzen
Jij zeggen
Die Hütte, hütten
De hut
Grillen
Bbq’n
Siezen
U zeggen
Genießen 4+
Genieten van
Morgens, am morgen
‘S morgens
Der fahrer
De chauffeur
Erreichen
Bereiken
Vormittags, am vormittag
‘S ochtends
Die Erfahrung, die Erfahrungen
De ervaring
Nachmittags, am Nachmittag
S’ middags
Das eis
Het ijs
Einsteigen
Instappen
Abends, am Abend
S’ avonds
Einerseits….. Andererseits
Aan de ene kant….. Aan de andere kant
Nachts, in der Nacht
S’ nachts
Dabei sein
Erbij zijn
Um Mitternacht
Om middernacht
Der Aufenthalt, die Aufenthalte
Het verblijf, de oponthoud
Als
Toen
Trotzdem
Desondanks
Unterwegs
Onderweg
Während
Terwijl
Verreisen
Op reis gaan
