Sarcoïdose

Question 1

sarcoidose

Answer 1

Granulomateuze ontstekingsziekte
Iets vaker bij ppl of colour
Volwassenen onder de 40

Question 2

granuloom sarcoidose cellen

Answer 2

Macrofagen in granuloom die eruitzien als epitheelcellen maar sike
Deze zijn omgeven door CD4

Question 3

Pathogenese sarcoidose

Answer 3

o Granuloom = nooit necrose, wel epitheloïde cellen
o Eromheen cd4-cellen, die GF maken  fibrose
o ACE en IL-2R  verhoogd
o Kan 1-a-hydroxylase activeren  omzetting 25-VitD in 1,25-VitD  hypercalciëmie

Question 4

Blau syndroom

Answer 4

variant sarcoidose

Defect in the nucleotide-binding domain of CARD15/NOD2

Question 5

Algemene symptomen sarcoidose

Answer 5

• Moeheid
• Gewichtsverlies
• Koorts
• Droge hoest
• Kortademigheid
• Retrosternale pijn

Question 6

Diagnose sarcoidose

Answer 6

Klinisch, radiologisch, histologisch. Verder vooral orgaan specifieke testen  ECG, oogonderzoek, ACE-gehalte etc..

Question 7

therapie sarcoidose

Answer 7

Indicatie: irreversibele hart/oog/CZS schade of hypercalciemie
Prednison, MTX, AZA, Anti-TNF, Hydroxychloroquine, anti-IFNy

Question 8

welke organen vooral aangedaan bij sarcoidose

Answer 8

Alle organen kunnen aangedaan zijn (maar vooral luchtwegen, lymfe en lever)

Question 9

Syndroom van Löfgren

Answer 9

betere prognose
• Erythema nodosum
• Artritis
• Bilaterale hilaire lymfomen