Samenvatting Blok 1 Flashcards
Wat zijn de 5 indicaties voor het geven van vloeistoftherapie?
- Intravasculair volume vervangen
- Vervanging van hydratie tekort
- Elektrolyten supplementatie en correctie
- Correctie van de zuurbase balans
- Toediening voedingsstoffen
Wat is het verschil tussen hypovolemie en hydratatie?
Bij hypovolemie heb je een tekort aan circulerend volume. De vloeistof verdwijnt uit het vaatbed maar blijft behouden in de extracellulaire compartimenten. Bij >30% krijg je een sterke vermindering van de weefselperfusie en als deze shock voor langere tijd bestaat kan irreversibele celschade en multipele orgaan falen opgreden. Spoed, directe behandeling nodig.
Dehydratie: meer waterverlies dan het dier opneemt en dus een te weinig totaal. Er is vooral te weinig vloeistof in de interstitiële en extracellulaire compartimenten. Bij ernstige dehydratie >12% kun je verschijnselen van hypovolemie krijgen. Supplementatie binnen 6-24 uur.
Een patiënt kan last hebben van beide.
Hoeveel vloeistof zit waar?
Ongeveer 60% van het lichaamsgewicht bestaat uit water. Intravasculair is slechts 7-9% van het lichaamsgewicht, waarvan 70% veneus. Extravasculair is 53% lichaamsgewicht
Starling krachten
Water is vrij permeabel en reageert op hydrostatische druk en oncotische druk. Elektrolyten hebben actieve bewegingen tussen intracellulaire vloeistof en extracellulaire vloeistof
Waar vraag je naar en wat onderzoek je bij hypovolemie en dehydratie?
Anorexie, adipsie, overgeven, diarree, polyurie, hijgen, bloedverlies.
Lichamelijk onderzoek: hartslag, perifere pols, slijmvliezen, CRT, perifere temperatuur, mentale status
Hoe toont een kat in shock?
Tachycardie (>220 bpm) of ongepaste bradycardie (<140 bpm) met bleke slijmvliezen, hypotensie en hypotermie
Honden met hypovolemische shock
Hyperdynamische fase: hartslag is 120-150 bpm met een snappy/bounding pols, rode slijmvliezen, een super snelle CRT en normale mentatie en temperatuur extremiteiten.
Hypodynamisch: tachycard, zwakke pols, witte slijmvliezen, CRT >2 seconden, heel sloom, koude extremiteiten
Wat onderzoek je bij dehydratie? 4 dingen
- Turgor
- Vochtigheid slijmvliezen
- Positie oogbollen in orbita
- lichaamsgewicht
Wat is turgor?
Een semi-kwantitatieve meting van dehydratie. Pas vanaf 7-8% dehydratie merk je dit op en pas vanaf 10% is het echt duidelijk
Welke vloeistoffen zijner?
Kristalloïd (elektrolyten, isotoon, hypertoon, hypotoon), colloïden (synthetisch) en bloedproducten
Bloedvolume kat
40-60 ml/kg
Waarom geen grote hoeveelheden vloeistof bij de kat?
Reageren ze niet goed op, omdat ze een overhydratie kunnen krijgen zeker als ze hypotherm zijn. Geef kleine volumes per keer (10-20 ml/kg als bolus in 15-30 min) en start met opwarmen van de kat
Hypertoon…
Effect duurt zo’n 30 minuten, geef een bolus in 15-20 minuten. Bij honden 4-7 ml/kg, bij katten 2-4 ml/kg. Het heeft een groot effect en daarom geven we dit bij grote dieren met MDV soms ook hoofdtrauma.
- Verhoogt cardiac output
- Verbetert hersen perfusie
- Vermindert hersenoedeem
Contra-indicaties
- Sterk gedehydreerde patiënten
- Hypernatremie
- Niet gestelpte bloeding
- Risico van hypervolemie (hart- en nieraandoeningen)
Hoe snel zijn kristalloïden weg
Na één uur nog maar 30-35% in de intravasculaire ruimte.
Colloïden
Kristalloid met macromolecuul die voor oncotische druk zorgt. <67 kD heeft een snelle renale extretie (50% in 6 uur) en >67 kD heeft opslag in lichaam en langzame afbraak in lever of plasma.
Hydroxyl starch (HES) bijna niet meer te krijgen. Het zijn polymeren van amylopectine
Indicaties voor colloïden
Veel vraagtekens.. De dagelijkse dosis mag niet hoger dan 20-30 ml/kg zijn en daarnaast moet je letten op coagulopathie (verminderde aggregatie van bloedplaatjes, verminderde activiteit van factor VIII en von Willebrand factor), nierfalen, interferentie met labtesten (TE/SG urine)
Waar kan je een intra-osseus naald in stoppen?
Kop van de femur, tibia of humerus en kan bij kittens of puppy’s. Het kan met alle vloeistoffen.
Wat zijn end points bij hypovolemie?
Correctie van de hypovolemie en shock door toediening vloeistoffen, normalisatie cardiovasculaire parameters en verbetering mentale status
Dehydratie los je op in hoeveel tijd?
12024 uur
Dehydratie vs ongoing verlies
Hydratie tekort: er is een vloeistof verlies voordat er therapie is. Het wordt uitgedrukt als percentage van het lichaamsgewicht. Het is altijd een educated guess.
Bij tijdelijke vloeistoftekorten heb je extra verliezen tijdens de vloeistoftherapie en het kan worden uitgedrukt in ml, vaak een educated guess maar dat hoeft niet.
Wat is de snelheid van een IV onderhoudsinfuus?
Volwassen dier: 2-3 ml/kg/u
Pediatrie: 4-6 ml/kg/uur
Wat is de snelheid van een IV dehydratie infuus?
% dehydratie x lichaamsgewicht x 10 = ml
Op welke 4 punten beoordeel je een bloeduitstrijkje?
- Thrombocyten aggregaten. Zoek met een lage vergroting (40x)
- Rode bloedbeeld: grootte, vorm, kleur, insluitsels
- Geschat aantal thrombocyten. Tel aantal thrombo’s in veld en vermenigvuldig met 20*10^9 L. Kijk of er macrothrombocyten zijn > 1/4 ery
- Witte bloedbeeld. Gemiddeld aantal van 2 leuko’s per olieimmersieveld passen bij normaal. Leuko diff kun je ook uitvoeren.
Geef de grote lijnen DDx is van eosinofelie
- Immuungemedieerd (atopie, feline astma, vlooienallergie, voedselallergie, eosinofiele gastroenteritis, eosinofiel granuloom complex)
- Infectieus (bacterieel, parasitair)
- Hormonaal (oestrus in sommige teven)
- Neoplastisch (eosinofiele leukemie, tumor geassocieerde eosinofilie)
NB: hartworm kan ook eosinofilie geven, kijk bij lage vergroting door microscoop