Rusten &Slapen Flashcards
Slaap wordt beïnvloed door:
• Leeftijd=hoe ouder hoe minder slaap
• Lichamelijke inspanning : sport?
• Levensstijl:hoofdkussen,boekje,muts
• Dag- nachtritme: zomer/wintertijd
• Gezondheidsprobl: stress, angst, lichamelijke probl. Pathologie.
• Omgeving: anders dan eigen bed.
• Persoonlijkheid: avond- ochtendmens.
• Invloeden maatsch.: bvb. schermen
Waak-slaap ritme individueel verschil:
+-
16u waken = 8 u slapen
12u actief zijn = 12 u slapen
Slaap=
Elementaire behoefte
Opbouw v.energie = herstel= rust voor lichaamscellen, spieren, gewrichten+ productie hormonen.
Slaap bestaat uit 5 stadia:
(wordt als basis gebruikt om slaapstoornissen te achterhalen)
REM=> RAPID EYE MOVEMENT
1. Non - R E M fase 1 (90min)
2. Non - R E M fase 2 (90min)
3. Non - R E M fase 3 (90 min)
4. Non - R E M fase 4 (90 min) diepste slaap met langzaamste en grootste hersengolven.
5. REM sleep ( 5-15 min)
Hier droomt men, na 60/70 min ingeslapen te hebben)
- Volgorde in slaap:
F1-F2-F3-F4
F3-F2-F1-REM
F1-F2-F3-F4
F3-F2-F1-REM
Fysiologie v/d slaap
- Bloeddruk daalt
- Hartslag daalt
- Ademhaling vertraagt
- Temperatuur daalt door vasodilatatie(verwijding bloedvaten , dus minder druk )
- Spieren ontspannen
- Stofwisseling neemt af met 20%
- Maagactiviteit neemt toe.
- Hersenen minder actief, niet volledig uitgesch. ( afmeting met EEG mogelijk adv elektroden op schedeldak)
Non- REM-slaap+ Functie :
-4 fasen met steeds diepere slaap, F4 diepste slaap.
- Elke fase duurt 90min.
- Fysisch herstel
-Prod. groeihormoon( groeien in slaap)
REM-slaap+Functie:
- Lichte vorm van slaap
- duur 15 min
- Fase van dromen
-Psychisch herstel
-rijping hersenen
-verwerking opgedane indrukken
-onderhoud+ herstel zenuwcellen
- info vorige dag wordt gesorteerd, uitgezocht,+ klaar voor gebruik
- Dromen worden beïnvloedt door prikkels buitenaf
- Minimum aan droomfantasie is nodig.
Factoren die slaap beïnvloeden:
*Fysisch:
- Circadiane klok=past onder invloed licht-donkercyclus, lichaamsklok aan, aan het 24u ritme(Hypothalamus zorgt ervoor dat we bij licht wakker en donker slapen.(bio-klok)
- Type mens: ochtend-avondmens
- Fysische act=>goede nachtrust( !! geen te grote inspanning, deze verstoord)
- Eten +drinken v. bepaalde dingen bevordert of verhindert inslaap.(melk#koffie)
*Psychologische:
- Depressie
- Opwinding
- Angst en zorgen
° warm bad helpt om psychische+ fysische rust te geven.
*Omgevingselementen:
- Licht, geluid, kamertemperatuur–> idealiter—> donkere kamer, geen storend geluid, temp.18 gr.
°vertrouwde omg. speelt rol, bed, beddengoed, nachtkledij + kamergenoten beïnvloeden nachtrust.
- Socioculturele+ economische factoren:
-soort bed, beddengoed. - Politiek/economische factoren: type werk, shiftwerk, zwaar werk.
Slaapstoornissen
- Insomnieën =stoornis bij het in- en doorslapen.
- Hypersomnieën: stoornis in het overmatig slapen.
- Parasomieën: stoornis die zich voordoet tijden of samen met de slaap: slaapwandelen, ( somnambulisme), bedwateren(enuresis nocturna) en tanden knarsen(bruxisme)
- Stoornis in slaap-waakritme: bvb. bij jetlag syndroom, onweerstaanbare slaapaanvallen overdag die 10à 20 min duren=( narcolepsie)
Oriëntatie op de situatie: Anamnese
vb vragen
Vragen stellen+observatie voor tijdige signalering van slaapprobleem:
Informatie verzamelen over:
-Activiteit voor het slapen gaan:wat zijn de activiteiten voor u gaat slapen?
- Welke gewoonten bij aanvang slapen: Wat doet u voordat u in slaap valt of wat helpt u gewoonlijks om in slaap te komen?
- Bent u gemakkelijk in slaap gekomen?
- kwaliteit v/h slapen: Bent u uitgerust als u wakker wordt?
- Onderbrekingen tijdens slaap: Bent u vaak wakker geworden s’nachts?
- Zijn er veranderingen in uw gewoonten m.b.t. slaappatroon?
Bijv. middagdutjes.
* VB vragen:
- Hoe rust u?
- Zijn er problemen bij het wakken worden, slapen, actief zijn, rusten?
- Hoe ontspant u zich?
- Is er sprake van specifieke problemen: psychische onrust, pijn, obstipatie: diarree/ incontinentie
Klinische Problemen inzichtelijk
ontstaan als men onvoldoende in staat is zelfzorgactiviteiten te verrichten die nodig zijn om ritme en evenwicht in stand te houden bvb: oudere mensen, mensen die: lange reizen maken, medicatie of genotmidd. gebr. die slaapverw/opwekkend effect hebben, angstig, bezorgd zijn, oververmoeid zijn, sterke stress hebben, alcohol gebruiken voor het slapen gaan, ( geen gewoonte!!)zorgen voor pijnbestrijding, angst, slaapstoornissen.
Bij ziekenhuisopname komen slaapstoornissen vaak voor. slaapproblemen komen tot uiting via:
- Hoofdpijn
- Apathie
- Lusteloos zijn
- Veel geeuwen
- Verwardheid
- Onregelmatig slapen, vroeg opstaan
- Hallucinatie, delirium, paranoia
Klinisch beleid:
- Voorwaarden scheppen om de zorgvrager rust te scheppen, in en door te laten slapen:
- Geschikt bed, lang genoeg, rustige omgeving
- Goede houding: gemakkelijke stoel
- Medicatie alleen indien noodzakelijk
- Frisse lucht, warm bed
- Gezellig, rustgevend gesprek, tv, radio, ontspanningsgelegenheid. - Wegnemen/ verminderen van storende elementen of verpleegproblemen op andere gebieden:
- Bij pijn, angst, onrust en desoriëntatie medicatie geven of andere maatregelen treffen
- Bij heimwee, scheidingsangst verdriet ouder partner op de kamer of in de buurt laten verblijven
-Andere hulpverleners inschakelen vb. kine. - Zorgvrager ondersteunen in zijn zorg:
- zelf storende invloeden wegnemen
- zelf beheersen of beïnvloedden van zijn slaap-waakritme.
- hen leren signalen vanuit eigen lichaam te herkennen en daar adequaat op reageren.
- hen instrueren hoe zij beste voor zichzelf rust kan creëren
-hen leren afleiding te zoeken( lezen, tv kijken, puzzelen andere act.)
- Voorlichting geven over gebruik slaapmedicatie +invloed genotmiddelen op slaap: vb. alcohol, koffie, cola
- Met hen een ontspanningsoefening doen, vb. Yoga
Nabeschouwing:
- Product evaluatie:- alle doelstellingen bereikt?
- Procesevaluatie: - hoe verpleegkundige interventies ervaren door ZVr?
—> Werden:
- gegevens goed verzameld?
- problemen correct geformuleerd?
- juiste doelstellingen geformuleerd? waren deze realistisch?
- er goede planningen opgemaakt?
- interventies goed uitgevoerd?
Reflectie:
- Waarom was evaluatie positief/ negatief?
- Wat leerde je als zorgverlener voor toekomst. zorgverlening?