Houding & Beweging Flashcards
Meest gewaardeerde act. van de mens =
Zelf een houding aannemen en zich vrij bewegen.
Bewegen=
omgeving ontdekken, mensen, dingen verplaatsen, zich prettig voelen, plezier beleven aan ritmisch bewegen,uitlaat voor emotionele energie.
Houding
wordt bepaald door skelet& spieren
ook door psychische druk of onverschillige, gemakzuchtige houding.
Advies bij houding:
- gerichte, goed gedoseerde voldoende beweging
- goede uitgebalanceerde voeding
- letten op houding, stoeltype, schoenen, kleding
rekening houden met protesten van je lichaam bij overbelasting( spier/gewrichtspijn)
Bij inacteive houding door bvb ziekte kunnen volgende zaken opduiken:
- gemis aan spierkracht of soepelheid
- spieren worden stijver/ dunner
- perifere circulatie minder geactiveerd.
-verhouding activiteit& rust is verstoord
-zintuigelijke prikkels worden beperkt - ## fysieke conditie wordt niet onderhouden.
Factoren die optimaal functioneren van lichaamshouding &beweging beinvloeden:
°persoonlijke factoren:
- leeftijd, fysieke ontw., energie niveau, werk en spelact.
°socioculturele factoren:
- geslacht, lengte+gewicht
°omgevingsfactoren:
- werkplek, soort werk, behuizing, benodigde hulpmiddelen zoals, w.stok, rolstoel, prothese, kennis over gezonde beweging en act. uit andere gezh. patronen.
Orientatie op de situatie: Anamnese
Houding& beweging= persoonlijk, bepaald door omgeving waarin men opgroeit+leeft
Factoren die houding&beweging beinvloeden:
- Hoe bewegingen verlopen
- Hoe de houding is
- wat de Zv weet over zijn houding+ bewegingspatroon
-Welke problemen zijn er te onderkennen?
Fysiologische houding:
Bij gezonde mensen:
°recht, soepel, evenwichtig:
- Licht gebogen ellebooggewrichten,
- Gestrekte polsen en licht gebogen vingers. -
- De knieën zijn meestal lichtgebogen in het kniegewricht
- De voeten staan recht naar voren.
- Uit de stand van de ledematen kunnen we afleiden of iemand gespannen of ontspannen is.
Invloed van gewrichten:
- kunnen verstijven of slecht gaan functioneren( ziekte, sportletstel, verlamming)
Invloed van spieren:
Steunoppervlakdat we nodig hebben om
recht te kunnen blijven varieert in loop v/h leven.( baby heeft groter steunvlak nodig dan kinderen en gezonde
volwassenen, oudere hebben opnieuw groter steunvlak nodig.)
Invloed centraal zenuwstelsel:
Na ongevallen met hersenletsels, hersenbloedingen of andere neurologische
ziektebeelden kunnen spieren of spiergroepen uitvallen. =>parese,
paralyse of tremoren.
Vakjargon beweging uit te drukken:
adduction=voet, hand omhoog tillen
abduction=voet hand omlaag tillen
circumduction= met hand of enkel circulaire bew. maken v. voor naar achter.
exorotatie=voeten naar buiten
endorotatie= voeten naar binnen
extensie =strekbeweging naar boven
flexie=strekbeweging naar beneden
vinger hand, arm of voet
supinatie=draaibeweging handpalm boven
pronatie= draaibeweging handrug boven
schouderstand:
elevatie= schouders omhoog
neutrale positie=schouders recht
depresssie=schouders omlaag
voetstand:
tenen recht op gewone plaats= neutral pos.
tenen die naar zijkant groeien: eversion
tenen in verkeerde volgorde: inversion
pink naar duim: oppositie
pink duim naar middelvinger: repositie
Overzicht fysiologische houding:
STAAN:
* het gewicht moet gelijk over beide benen verdeeld zijn
* wervelkolom rechtop, met een lichte holle wervelkolom
* hoofd en schouders ook rechtop
ZITTEN:
* bij het gaan zitten, de rug recht houden
* rug moet goed gesteund zijn
* lenden wervelkolom mag een lichte holte vertonen
* gewicht moet over beide billen verdeeld worden
* rechtop zitten
* voeten naast elkaar en recht onder de knieën
* voeten moeten gemakkelijk de grond raken
let op de goede hoogte van de stoel
* zorg voor voldoende beenruimte
* zorg ervoor dat de zenuwen en bloedcirculatie niet afgeknepen worden tijdens het zitten, door
b.v. strakke kleding of slechte stoe
LIGGEN:
* schouders en heupen in een rechte lijn op de matras
* een kussen onder het hoofd (in buiklig geen kussen); een kussen moet voldoende steun geven voornamelijk in de kleine holte in de nek.
* wringen of draaien in de rug moet vermeden worden.
Observatiepunten:
°subjectieve gegevens:
- skelet: bew.heid, buigzaamheid, stand botten, vergroeiingen, botzwakte.
-gewrichten: verstijving, verstuiking, pijnlijkheid - Spieren: ontwikkeling, verlamming, spasme, verhoogde spierspanning (tremor), contractuur,
spitsvoeten, spierpijn, stijfheid - Bewegingen: coördinatie van de spieren, oog-handcoördinatie, grove en fijne mot.
- Voortbewegen: soepel bewegen, schuifelen, struikelen, onzekere gang, ongelijke gang, vallen
- Houding: rechtop, vallen of wandelen, wegzakken bij het zitten en liggen, hulpmiddelen
gebruiken, algehele indruk (type