Regulatie ladingsbalans, waterhuishouding en pH Flashcards
Wat zijn de belangrijkste intracellulaire functies van Na, Ca, K en Cl
Na: signaaltransductie
Ca: Spiercontractie
K: Membraanpotentiaal
Cl: Celvolume
Bespreek de invloed op het membraanpotentiaal van storingen in kaliumconcentratie
Hypokalemie & hyperkalemie
Definieer osmolariteit en toniciteit
Een cel met 300 osm/kg sucrose (niet permeabel) komt in een oplossing van 300 oms/kg sucrose + 300 osm/kg urea (wel permeabel). Welke toniciteit heeft de oplossing? iso, hypo of hyper?
Bepsreek de compartimentalisatie van water in het lichaam
Achter fysiologische barrieres (1 a 2L) - oogvloeistof - hersenvloeistof - gewrichtsvloeistof - urine in blaas Kan vrij bewegen (ong 40 L) - plasma (in bloedvaten) - interstitiele vloeistof - intracellulaire vloeistof
Bespreek onderhoud van het totaalvolume water
- ADH en effecten
- neurohypofyse en osmoreceptoren in circumventriculaire organen
- actiepotentiaal
- baroreceptoren
- achtergrondproductie
- ANP in de hartkamers
Bespreek de verwijdering van zuren in het lichaam
- buffering en verwijdering
- volatiel vs niet volatiel
- carbonic anhydrase
- bicarbonaat
- koolzuur
bespreek de mechanismes tegen acidose en alkalose
ook telkens actief/passief vermelden