Hersenen Flashcards

1
Q

Wat zijn de functies van de weefselresidente macrofagen in de hersenen?

A

= microglia

  • herleggen van neurale connecties (synapsen)!
  • relevant in embryonale ontwikkeling (vorming van juiste synapsen) en wanneer er zwakke synapsen aanwezig zijn die herlegd moeten worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe zorgen microglia concreet voor het herleggen van neurale connecties? geef concrete mechanismes

A

Microglia kunnen zorgen voor de dood of proliferatie van neuronen

  • Apoptose (dood) veroorzaken
    1) superoxide en tumor necrotic factor produceren -> neuron sterft en wordt gefagocyteerd
    2) fagocytose zonder eerst neuron te laten sterven
    + andere (onbekende) mechanismes
  • Proliferatie veroorzaken
    bv. door insulin like growth factor te produceren (IGF-1)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is synaptic pruning? Welke eiwitten zijn relevant?

A

Synaptic pruning = herleggen van zwakke synapsen door microglia

  • zwakke synapsen drukken fractalkine uit (trekken microglia aan)
  • zwakke synapsen drukken complement C3 en C1q uit (zorgen voor meer fagocytose)

De eiwitten worden herkend door receptoren op de microglia

proces is zowel nodig voor repareren van foutjes, als gewoon voor een normale neurale ontwikkeling. vindt vooral plaats van kindertijd tot jongvolwassenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een genome wide association study? Wat waren de resultaten van de GWAS over alzheimer i.v.m macrofagen?

A

GWAS = zien hoe het genetisch profiel van bepaalde bevolkingsgroepen (bv alzheimerpatienten) verschilt met normale mensen (en welke genen dus geassocieerd zijn met die bevolkingsgroep)

  • heel veel genen te maken met de microglia kwamen meer voor bij alzheimerpatienten dan normale mensen > microglia spelen waarschijlijk een grote rol in alzheimer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bespreek de ontogenie van macrofagen

A

1) differentiatie microglia uit yolk-sac derived progenitors (nodig voor embryonale ontwikkeling)
2) vorming hersene-bloedbarriere (> alle microglia zijn dus yolk sac derived )
3 differentiatie andere types macrofagen uit foetal liver & bone marrow monocyten

> aangezien er geen nieuwe macrofagen naar de hersenen kunnen gaan, moeten de yolk-sac-derived microglia langlevend zijn
in de rest van het lichaam kunnen macrofagen zowel YS derived, FL-derived of BM-derived zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bepsreek de langlevendheid van macrofagen in de hersenen, lever, darmen en longen

A

Hersenen: enkel yolk-sac-derived en kunnen geen nieuwe bijkomen (omwille van hersenbloedbarriere) dus moeten langlevend zijn

Longen: langlevende yolk-sac en foetal-liver-monocyte derived macrofagen

Darmen: yolk-sac en foetal-liver derived macrofagen zijn niet langlevend en worden stilaan vervangen door BM-derived macrofagen
(hypothese is dat dit door de mechanisme stress komt in de darmen)

Lever: macrofagen van alle origines en een microomgeving (NICHE!) die ervoor zorgt dat alle macrofagen dezelfde, langlevende fenotype hebben (nl. die van de kupffer cel), onafhankelijk van hun oorsprong

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een niche? Wat zijn de voorwaarden om een niche te kunnen opvullen?

A

Een specifieke microomgeving waarin een bepaalde functie moet vervuld worden. De functie kan opgenomen worden door een cel als

  • het fysiek beschikbaar is (geen barriere zoals hersenbloedbarriere)
  • de niche nog niet bezet is
  • er geen (grote) competitie is om de niche te vullen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een niche? Wat zijn de voorwaarden om een niche te kunnen opvullen?

A

Een specifieke microomgeving waarin een bepaalde functie moet vervuld worden. De functie kan opgenomen worden door een cel als

  • het fysiek beschikbaar is (geen barriere zoals hersenbloedbarriere)
  • de niche nog niet bezet is
  • er geen (grote) competitie is om de niche te vullen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bespreek de opbouw van een leverlobule

A
  • centrale ader
  • poortader
  • sinusoiden
  • galkanalen
  • kupffer cellen (in sinusoide)
  • hepatocyten
  • verschillende zones
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

bespreek de verschillende zones in een leverlobule

A

zone 1 = PERIPORTALE ZONE

  • dichtste bij inkomend bloed (meest geoxygeneerd)
  • gluconeogenese
  • beta oxidatie van vetten
  • cholesterol synthese

zone 3 = CENTRILOBULAIRE ZONE

  • minst geoxygeneerd
  • glycolyse
  • lipogenese
  • cytochroom p450 gebaseerde detoxificatie

zone 2 = tussenin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het voordeel van kupffer cellen in de sinusoiden te hebben?

A

staan in rechtstreeks contact met het bloed en kunnen bv. schadelijke MO direct herkennen en fagocyteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat voor cellen zijn hepatocyten? wat zijn hun functies.

A

Hepatocyten zijn epitheelcellen

  • Serum albumine maken (meest abundant eiwit in bloed)
  • complement eiwitten
  • factoren voor bloedklondtering
  • cholesterol
  • fosfolipiden
  • detoxificatie van bepaalde toxines in voeding
  • galvloeistof productie (gaat in tegenovergestelde richting als bloed en komt in galblaas)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de functies van kupffer cellen?

A

Ijzermetabolisme:

  • Fe toevoeren aan nieuwe RBC
  • Fe wordt opgenomen, vastgehangen aan ferritine en getransporteerd naar de hepatocyten

Inflammatoire anemie

Vetmetabolisme

  • Cholesterol wordt ontvangen (van dietaire afkomst & van productie door hepatocyten) en in VLDL gestopt > gaat naar de cellen
  • teveel wordt terug in HDL gepakt en teruggebracht naar de lever

Non-Alcoholic Fatty liver disease

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bespreek de niche waarin een kupffer cel zich bevind

A

tekening en cyclus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly