rechtsbronnen Flashcards

1
Q

wet in formele zin

A

besluit van regering en SG tezamen (parlementaire wetgeving), Art 81 Gw

wordt op vorm/procedure/herkomst gelet

bloot formele zin: alleen Koniklijk huwelijk etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wet in materiele zin

A

avv van elk orgaan

let op daadwerkelijke inhoudelijke eigenschappen

ministeriele regeling, AMvB, verodening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

procedure wetten in formele zin

A
  1. openbaar advies van RvS op wetsvoorstel
  2. indienen ervan bij 2de Kamer
  3. bespreking door vaste comissie van 2de Kamer, brengt voorlopig verslag uit
  4. regering maakt nu nota over verslag
  5. plenaire behandeling 2de Kamer (evt amendementen)
  6. 1ste Kamer behandelt wetsvoorstel (kan aanvaarden of verwerpen)
  7. regering bekrachtigt wetsvoorstel
  8. bekendmaking in staatsblad

initiatief wetten: ingediend door 2de Kamer zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

4 legaliteitsvereisten voor een wet

A
  1. afkomstig van een bevoegd overheidsorgaan
  2. voldoen aan vormvereisten
  3. niet in strijd met hogere regelgeving
  4. in overeenstemming met algemene rechtsbeginselen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

AMvB

A

enkel door de regering vastgesteld met KB, mag geen straf bevatten

onzelfstandig als berust op formele wet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ministeriele regeling

A

vaak verdere uitwerking van AMvB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

attributie

A

scheppen van een nieuwe wetgevende bevoegdheid en toekenning aan een bepaald orgaan

GW kent het toe aan: regering + SG, regering, waterschappen, provinciale staten, gemeenteraad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

posterieure verordening

A

komt tot stand als er al hogere regelgeving over dat onderwerp bestaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

anterieure verodening

A

als er op een later moment een ‘hogere regelgeving’ tot stand komt over dat wat al in die verordening is geregeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

delegatie

A

overdragen van een bestaande wetgevende bevoegdheid, naar een ander lager orgaan, om nadere regels vast te stellen

“bij of krachtens” - “wet regelt”

subdelegatie: delegatie van een delegataris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

lex superior regel

A

hogere regel gaat voor de lagere

onverbindend: als lagere in strijd is met de hogere

let op toetsingsverbod

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

lex specialis

A

bijzondere regel gaat voor de algemene

wetgever mag altijd uitzondering maken op eigen regels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

lex posterior

A

latere regel heeft voorrang op de oudere regel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

4 vormen van overgangsrecht

A
  1. exclusieve werking
  2. eerbiedigende werking (oude regeling blijft van kracht voor sommige mensen)
  3. terugwerkende kracht (wet treedt in verleden in werking)
  4. uitgestelde werking (geldt pas op bepaald moment in de toekomst)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

toetsing van rechter over geldigheid

A
  1. wet is onverbindend
  2. overheid moet schade vergoeden (pocketbooks)
  3. wet wordt buiten werking gezet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

legisme
11, 12 en 13 AB

A

recht mag uit niks meer bestaan dan de wet
11: rechter moet zich aan wet houden
12: uitspraak alleen bindend voor de partijen van geschil
13: verbod op rechtsweigering

17
Q

jruisprudentie

A

rechtsbron als zelfstandige betekenis als wet tekort schiet

standaardarrest en overzichtsarrest

18
Q

gewoonterecht

A
  1. usus: bestendig gebruik
  2. opinio iuris: rechtsovertuiging

geldt niet voor strafrecht (Art 1 Sr)