Rally 2 - CR8 De Retour De Vancances Frans -> Nederlands Flashcards
1
Q
Le caractère
A
Het karakter
2
Q
L’apparence (f)
A
Het uiterlijk / de looks
3
Q
Branché(e)
A
Hip
4
Q
Intéressant(e)
A
Interesant
5
Q
Imprimé(e)
A
Bedrukt
6
Q
Craquer pour
A
Vallen voor
7
Q
Plaisanter
A
Grapjes maken
8
Q
Rêver de
A
Dromen over
9
Q
Avoir bon goût
A
Een goede smaak hebben
10
Q
Avoir l’air (+ adj.)
A
Lijken/eruit zien (+bn)
11
Q
Ce n’est que l’apparence
A
Dat is maar (uiterlijke) schijn
12
Q
Il me manque
A
Ik mis hem
13
Q
Il me semble que
A
Het lijkt me dat
14
Q
Actif, active
A
Actief
15
Q
Agressif, agressive
A
Agressief
16
Q
Calme
A
Rustig